De Kortste Weg

Nu steeds meer boeren en burgers openstaan voor landbouw met meer biodiversiteit en meer aandacht voor de natuur, ontstaan er in het hele land kleine en grotere initiatieven om dat mogelijk te maken. Helaas lopen die projecten regelmatig tegen dezelfde problemen aan. Omdat de oplossingen niet altijd gedeeld worden -of niet vindbaar zijn- moet iedereen telkens het wiel opnieuw uitvinden. Daar moet het project Boer&Buur met Natuur verandering in brengen. Projectleider Hub Jongen legt uit hoe.

Wouter van Wijk

Hub Jongen

Boer&Buur is een gezamenlijk initiatief van de twaalf landelijke Milieufederaties, samen met de organisaties Caring Farmers, Herenboeren, Land van Ons, Lenteland en Burgerboerderijen. Met twee miljoen euro van de Postcodeloterij willen de Milieufederaties met vierentwintig initiatieven voor samenwerking tussen boeren en burgers de korte keten en de natuur in Nederland versterken.

Je zocht de afgelopen weken vierentwintig coalities door het hele land die Boer&Buur kon ondersteunen. De deadline was 15 november. Is het gelukt?

“Jazeker! We hebben eenenzestig aanmeldingen binnen, dus we moeten keuzes maken. We willen er in elke provincie twee onder de arm nemen. We gaan ze ondersteunen om hun coalitie op te zetten of verder te brengen. Ze kunnen steunen op onze medewerkers in de provincie, die daar een netwerk hebben en heel goed begrijpen wat er nodig is om de coalities een stukje verder te brengen.”

Wat bedoel je met een coalitie, wie zijn dat?

“Dat is heel divers. Soms is het ingestoken vanuit een boer, of boeren. Bijvoorbeeld een melkveehouder die natuurinclusief wil gaan. Die zegt: joh, ik heb al buren die bij me komen, maar ik wil daar veel intensiever mee optrekken, want ik heb die buren gewoon nodig. Een andere keer is het vanuit de buren, die zeggen, we hebben een voedselcoalitie en we willen meer samenwerken met de boer. Maar je kunt ook denken aan een school, een ziekenhuis of een bedrijf dat lokaal producten wil inkopen. We hebben zelfs wijnboeren!”

Op welke manier kan een buur een boer helpen?

“Als je ziet wat er gebeurt bij de boeren die omgaan, die hebben daar eigenlijk heel vaak de buur bij nodig. Want als je omgaat naar natuurinclusief boeren, is het verrekte handig als je bijvoorbeeld ook je spullen lokaal kunt verkopen. Het kan ook voorkomen dat je financiering nodig hebt. Dan is het handig om te kijken of je crowdfunding kunt doen, of aan te haken bij andere initiatieven in je buurt. Of je hebt soms even handjes nodig. Dan is het ook wel fijn als buren als vrijwilliger kunnen meewerken of meedenken. Meehelpen oogsten ligt natuurlijk voor de hand, maar buren kunnen soms ook helpen bij hele andere, complexe vraagstukken over bijvoorbeeld de toekomst.”

En hoe helpt jullie project de boeren en de buren?

“In december gaan we met alle vierentwintig projecten om tafel zitten en het hebben over de lange termijn doelen: waar wil je naartoe? En dan terug redeneren naar: wat is dan de uitdaging die we samen gaan oppakken? Dan kijken we of we zelf de kennis voor die uitdaging in huis hebben, of niet. Of zit die bij een van de partners? We hebben Herenboeren, Land van Ons, Lenteland, Caring Farmers, Burgerboerderijen. Daar zijn al veel boeren bij aangesloten en het zijn vaak koplopers in de transitie. Ze hebben daarom veel kennis. Dan kijken we of we al een Herenboer of een Caring Farmer hebben die dit al opgelost heeft? En kunnen we die boer vragen om de oplossing met ons te delen, zodat we verder kunnen? Daar is ook budget voor. Dus we kunnen zeggen: joh, we weten dat je het druk hebt, maar we kunnen je iets betalen waardoor je bijvoorbeeld even iemand anders op je koeien kunt laten passen zodat jij een andere boer of een coalitie kunt helpen.”

Op welke manier helpen Boer&Buur zo de natuur?

“Als je iets aan biodiversiteit wilt doen, moet je niet alleen denken aan de afgebakende natuurgebiedjes, maar dan moet je ook heel goed kijken naar de manier waarop we met ons voedsel omgaan. Daar is veel misgegaan in het verleden. Als je bijvoorbeeld kijkt naar grasland, dan groeit daar verder niet zoveel behalve dat gras. We moeten dus naar een andere manier van boeren, natuurinclusief.”

De coalities gaan in januari van start, om 3,5 jaar door te lopen. Wat is het einddoel?

“Wat je nu ziet is dat er best wel mooie initiatieven zijn, en koploperboeren, voedselcoöperaties en dergelijke. Er zijn heel veel bevlogen mensen mee bezig, alleen wordt het wiel iedere keer opnieuw uitgevonden. Het is nog niet een echte beweging. Dat moet het wel worden.”

Een beweging?

“Het idee is dat er dan in 2027 een platform staat waarin boeren en buren elkaar gemakkelijk kunnen vinden. Het moet ook echt een community worden waarin boeren en buren informatie kunnen uitwisselen en waardoor uiteindelijk een kennisbank ontstaat waar nieuwe coalities uit kunnen putten. De vierentwintig coalities zijn niet het einddoel. Het zijn leerprocessen, waarbij we gaan zien: hé er zijn een aantal dingen die steeds terugkomen. Bijvoorbeeld: hoe vind ik klanten. Hoe ga ik daarmee om? Waar vind ik de kennis hierover, waar vind ik de kennis daarover? Dat mist nog. Laten we het een keer goed opschrijven.”

Waar kunnen we dat terugvinden dan?

“Je ontkomt bijna niet aan een digitaal platform. Met daarin een kennisbank, maar ook een functie van matchmaking, om boeren en buren elkaar te laten vinden. Je voert bijvoorbeeld je postcode in en je krijgt bestaande coalities uit jouw omgeving. Heel veel van ons werk gaat uiteindelijk over het beschikbaar maken van kennis en ervaring.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Florian de Deugd

Het Rotterdamse bedrijf dat oesterzwammen kweekt op koffiedik, rotterzwam, onderzoekt de mogelijkheden voor kweken in een toekomstige ruimtekolonie op de maan of Mars. Niet dat er morgen een ruimteschip vertrekt, zeker niet. Het is vooral een gedachte-experiment in het kader van de expositie ‘Spacefarming: the future of food’ in het Evoluon in Eindhoven. Hoe de korte keten invloed kan hebben op een reis van honderdduizenden kilometers.

Wouter van Wijk

“Vanwege die expo vroegen we ons af hoe gaan we de ruimte in? En wat doe je op zo’n maanbasis met voedsel? Het móet wel circulair zijn. En daar zijn wij vaak mee bezig.” zegt Florian de Deugd van rotterzwam. “Ik weet niet hoeveel koffie er gedronken wordt op zo’n basis, maar je kunt gelukkig ook kweken op biomassa. Dan groeien dan zwammen op om voedsel uit te krijgen, en tegelijk de biomassa af te breken. Biomassa is al het biologische afval dat je genereert. Van koffiedik tot granen of de kopjes van de paprika.”

De acht zeecontainers

De methode waarop rotterzwam zijn paddenstoelen kweekt, heeft ook wel iets weg van science fiction. De kwekerij van het bedrijf bestaat uit acht zeecontainers -wel zo toepasselijk in de havenstad- waarin grote zakken met koffiedik hangen, met vochtig doorzichtig plastic, waaruit dan weer paddenstoelen groeien. Het past zo in een film over buitenaardse wezens.

Koelkast

Omdat het lastig en kostbaar is om een hele container mee te nemen naar de Spacefarming expo, die 23 september start, demonstreert rotterzwam het idee in een zogenaamde vending koelkast. Dat soort koelkasten wordt vaak in winkels en snackbars gebruikt vanwege de glazen deur, waardoor de inhoud goed zichtbaar is. “Daarin zit eigenlijk een verkleinde versie van wat we normaal in de zeecontainer hebben”, zegt De Deugd.

Aliens!

Ook het idee achter rotterzwam komt in de ruimte dan ook goed van pas: een volledig circulair product. “We laten op die manier het concept zien en geven daarbij workshops. We hebben meetings met grotere bedrijven in de omgeving van Eindhoven die de stap naar circulair willen zetten. We willen ze stimuleren om de hele cirkel te volgen. We komen het koffiedik ophalen, en verkopen de snacks weer in de kantine. Dan raken werknemers ook bekend met het concept.”

Corona leidde tot Growkit

Want die bekendheid werkt: “We doen steeds meer workshops en rondleidingen voor gewone mensen. Het idee dat je koffiedik hebt, je daar een zwam in ziet groeien en dat die daarna in je pan ligt, spreekt aan. Het is iets heel anders dan een plastic bakje dat je in de supermarkt koopt.” Die groei is nog een nasleep van corona, toen het bedrijf een growkit ontwikkelde om zelf zwammen te kweken.

Veganistische zwamkroketten

In de tien jaar dat het bedrijf inmiddels bestaat, is de interesse sowieso toegenomen, ziet hij. “We draaien al tien jaar break even, dat is al een hele prestatie in deze markt.” Het bedrijf draait vooral op de inkomsten uit de snacks, de vergoeding die het krijgt voor het ophalen van koffiedik en de growkit. Het bedrijf rekent inmiddels TU Delft, diverse gemeenten en bedrijven als Lely, Nationale Nederlanden en Arcadis tot zijn klanten. Ook verkoopt rotterzwam compleet ingerichte containers internationaal, met alles erop en eraan. “We hebben er net drie naar Barcelona verstuurd,” zegt De Deugd. In totaal zijn er nu dertien verkocht. Wanneer ze op de maan of Mars staan is wel nog even koffiedik kijken.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Terwijl steeds meer mensen hun weg weten te vinden naar boerderijwinkels, stalletjes en online bestelsystemen voor lokale producten, wordt er in de Nederlandse horeca nog relatief weinig gebruik gemaakt van lokale waren. Zeker als je kijkt naar de buurlanden. De Voedselfamilie Krimpenerwaard wil dat veranderen. Het lijkt simpel maar de praktijk is lastig, legt voortrekker Eric van Heukelom uit.

Wouter van Wijk

“Nederland is nog wat terughoudend in het gebruik van lokale producten. Zowel de consument als de horeca. Je ziet wel een broodje met kaas van de lokale boer, dat voelt goed natuurlijk, maar veel verder gaat het niet.” Dat is zonde, vindt hij: “In de Krimpenerwaard is er een mooi aanbod van lokale producten. Vooral kaas en vlees, fruitsappen en allerlei soorten onbespoten bessen. Ook heb je biologische geiten-kefir en er zijn eitjes uit Stolwijk, aardappels uit de Hoeksche Waard. De horeca zou ook van die mooie producten moeten profiteren.” Hij voegt toe: “Er moet een kentering komen.”

Van Heukelom loopt al een tijdje mee in de logistiek, maar dan op een heel ander vlak: computerchips. Hij zet zijn kennis nu in om samen met zijn vrouw Siep de kar te trekken voor lokaal eten in de horeca. De afgelopen maanden zocht hij samen met zijn vrouw voor de voedselfamilie Krimpenerwaard, en met steun vanuit De Kortste Weg, naar obstakels die de horeca tegenkomt. Conclusie: “Er zijn drie zaken écht belangrijk voor de gemiddelde horeca-onderneming: de prijs, de leverbetrouwbaarheid en het levergemak.”

“In de horeca is men gewend, vandaag bestellen, morgen in huis. Als je spruitjes besteld, kun je er vrij zeker van zijn dat deze overmorgen op het bord van de gasten liggen. Het is een obstakel als blijkt dat de spruitjes niet geleverd kunnen worden!” Dat is een flink obstakel, ziet hij. “Daarbij komt ook het bestelgemak. Bij de groothandel ga je naar een website. Je doet klik klik klik en je hebt het morgen binnen. Voor lokale producten bestaat zoiets nog niet echt.”

Vlees dat je niet hoeft te kruiden

Die problemen zijn misschien best oplosbaar, denkt hij. Waarbij het bijvoorbeeld zou helpen als de koks zich flexibel opstellen: “Blijken er geen spruitjes te zijn, dan spitskool op het menu. Of kijk eens naar de portie-grootte. We hebben berekend dat het op jaarbasis enorm scheelt als je de portiegroottes van het vlees tien procent verkleint en de groenten tien procent vergroot. Op die manier kun je ruimte in het budget creëren en meer lokaal en inkopen.”

Van Heukelom ziet ook wel dat niet ieder eetcafé dat kan doen: “We hebben een hoeve hier. Eigenlijk hoef je het vlees niet eens te kruiden, zo goed is het! Maar dan zit je wel met een hogere inkoop. Een paar restaurants in het hoge segment doen dat, voor andere horeca is het te duur.” Eetcafés kopen liever meer voor minder geld. “‘Smaak kan een kok ook maken’, zeggen ze dan.” Dat is maar deels waar natuurlijk, kruiden kunnen niet alles goedmaken.

Eric en Siep
Eric en Siep

Niet alleen de horeca moet de hand in eigen boezem steken, de consument speelt ook een grote rol: “Je ziet de consumenten zeker bewuster worden, maar wanneer ze uit eten gaan, vragen ze niet naar lokale producten. Als dat zou gebeuren zou dat wel helpen.” Hij hoopt dat concurrentie zijn werk doet: “Als een horecaondernemer het ziet bij de buurman, dan wekt dat toch interesse. We raden de ondernemers aan om te starten met een aantal gerechten op de kaart en er ook bij te vermelden dat de ingrediënten uit de streek komen. Kijk eens wat de gast doet als zij een keuze kunnen maken tussen een lokaal stukje vlees en iets waarvan de herkomst onduidelijk is.

Kiloknaller

“Mensen moeten ook wennen, we hebben hier verderop een kaasboerderij zitten, die is goedkoper dan de supermarkt. Toch gaan veel mensen liever naar de supermarkt, voor het gemak en de goedkope kiloknaller. De grote supermarkten maken miljarden winst en de boer ziet daar zo weinig van terug.”

Ook zijn er verborgen voordelen van lokaal eten, ziet Van Heukelom: “Kijk eens wat je ervoor terugkrijgt: een mooi landschap en heerlijk vers en gezond eten wat niet duizenden kilometers heeft afgelegd voor het op je bord komt. Je helpt daarmee de boer, het land en jezelf.”

Om verder te komen heeft de Voedselfamilie een plan opgesteld dat bestaat uit een aantal projecten. “Je hebt best wel een lange adem nodig om alle neuzen de goede kant op te krijgen. We kijken bijvoorbeeld naar een distributiepunt voor de Krimpenerwaard en omgeving, hoe we dit kunnen opzetten zodat de horeca met gemak de bestelling kan doen om zo lokaal mogelijk mooie en lekkere producten kan bestellen. Dit is een lange weg, maar we komen daar wel.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Uit ons kijkje in de keuken van de Vlaamse Week van de Korte keten, bleek al dat we van onze directe zuiderburen iets kunnen leren over lokale producten en de korte keten. Hoe zit dat bij de zuiderburen van onze zuiderburen?

Een menu in Amboise, met illustratie

Wouter van Wijk

Dat de Franse cuisine vol zit met beroemde clichés, weet bijna iedereen: croissants, baguettes, escargots (wijngaardslakken) en foie gras (de beroemde, vaak onder dubieuze omstandigheden gemaakte ganzenlever). Maar misschien wel door die beroemde clichés blijft er wel een aspect onderbelicht: lokale producten. Frankrijk gaat daar wezenlijk anders mee om dan Nederland. Waar je ook gaat of staat – middenin Parijs of ergens achteraf in Bretagne of de Loire – overal vind je restaurants met menukaarten die producteurs locaux voeren: producten van lokale producenten. 

Schoolbord met de oorsprong van de producten bij l’Ecluse

Waar je in Nederland restaurants hebt die zich kunnen onderscheiden met lokale producten, zijn lokale producten in veel Franse streken zó normaal, dat je je er niet eens mee kúnt onderscheiden. In een stadje als Amboise, aan de Loire in midden-Frankrijk, hebben vrijwel alle restaurants lokale producten op de menukaart. Zo weet eigenaar Arnaud Morillon, van restaurant l’Ecluse, precies te vertellen van welke boerderij het rundvlees komt, of waarvandaan de kaas komt, en natuurlijk de wijn. “Deze vis komt van een visserij bij Nantes,” zegt hij bij het opdienen van het hoofdgerecht. De kaas komt uit Touraine en Pontlevoy.” Alles lokaal. Bij de ingang hangt een groot schoolbord, waarop dat nog eens extra benadrukt wordt. Een verschil met de korte keten in Nederland is er wel: de afstanden. Zo komt de vis uit Nantes, ruim tweehonderd kilometer verderop. Maar Nantes ligt, net als Amboise, aan de Loire. Dus lokaal, redeneren de chefs.

Zelfs in het mondaine Parijs vind je lokale producten te over. Al moet je vaak wel buiten de toeristische gebieden kijken. Overal vind je winkels met lokale producten: kleine zelfstandigen, in bio-winkels als Bio C’Bon, maar er bestaan ook een ketens van winkels met lokale producten: bijvoorbeeld Au Bout du Champ en La Recolte. Waarbij de eerste vooral de nadruk legt op het lokale, met producten van maximaal 150 kilometer verderop. La Recolte koopt biologische producten direct van tachtig leveranciers, maar dan wel weer uit heel Frankrijk. Dus olives uit de Provence, Champignons de Paris maar dan wel uit de Lot en fromage, kaas uit noord-Frankrijk.

Reflets de France in de aanbieding

De Franse grootgrutter Carrefour kan niet achterblijven en heeft schappen vol producten Reflets de France, (Bespiegelingen van Frankrijk) met Fraises de Dordogne aardbeien uit de Dordogne en Miel de Midi-Pyrénées, honing uit de Pyreneeën. Daarnaast melden allerlei dagelijkse producten vaak trots dat de tarwe, de visproducten of de sojabonen uit Frankrijk komen, uiteraard vergezeld van een kek Frans vlaggetje. Zelfs in de folder van de Duitse discounter Aldi wordt benadrukt dat de Choux de Bruxelles (spruitjes) van Origine France zijn.

Frans vlaggetje op houdbaar brood

Dit betekent niet dat het allemaal vanzelf gaat. Ook in Frankrijk kan de korte keten wel wat hulp gebruiken. De overheid promoot lokaal voedsel flink. Zo loopt in Parijs op dit moment het Festival du mieux manger, een voedselfestival dat zich richt op lokale producten van kleine producenten. Daarnaast is Frais et Local, vers en lokaal, een grote site waarop je honderden producenten en verkooppunten kunt vinden. Ook vind je door heel Frankrijk heen de zogenaamde AMAP initiatieven, waarin consumenten samenwerken met lokale producenten. Ook de Nederlandse Ambassade in Parijs is geïnteresseerd. Die nam interviews af met Fransen die werken aan korte ketens.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Champignons de Paris, maar dan uit de Lot

Zaterdag 20 mei, tijdens het Weekend van de Korte Keten, rijdt er door Rotterdam een aardappelkaravaan. Boer Jeroen Klompe uit Mijnsheerenland geeft in samenwerking met de voedseldistributeurs van Rechtstreex 5.000 kilo van zijn lekkerste aardappels weg. Klompe wil Rotterdammers laten proeven hoe goed eten van een gezonde bodem smaakt. En zo meer mensen enthousiast maken over eten uit de lokale keten.

Kees Vermeer

De echte Hoeksche Rooie

De bewuste aardappel, de zogenaamde Hoeksche Rooie, teelt Klompe al tien jaar. Met de aardappelkaravaan kunnen Rotterdammers er nu gratis mee kennismaken. Klompe wil met de actie uitdragen dat iedereen met alledaagse zaken, zoals boodschappen, kan bijdragen aan een positieve verandering. Want boeren staan onder druk om te produceren tegen een steeds lagere prijs. Dat leidt tot verlies van bodemgezondheid, biodiversiteit en kwaliteit van producten. De boodschap van de actie: een duurzamer voedselsysteem is hoognodig en dat lukt alleen als consumenten meedoen. Consumenten kunnen helpen om het tij te keren door vaker te kiezen voor hoogwaardige, lokaal geproduceerde producten.

Maarten Bouten van Rechtstreex: “In coronatijd zagen we een piek in interesse voor lokale en duurzame producten. Maar in deze tijden van hoge inflatie kiezen mensen weer vaker voor goedkopere producten uit de supermarkt. Die zijn meestal niet op een verantwoorde manier geproduceerd. En dat terwijl het allang duidelijk is dat het anders moet. In de landbouw is het momenteel volop crisis. De urgentie voor verandering wordt steeds groter.”

Klompe verbouwt op zijn kleigrond in de Hoeksche Waard verschillende gewassen: Hoeksche Rooie aardappelen, Pink Onions en sjalotten, peulvruchten en quinoa. De focus ligt op duurzame landbouw en een gezonde bodem. Hij is ervan overtuigd dat een gezonde bodem de basis is voor gezonde producten, gezonde mensen en uiteindelijk een gezondere wereld. Hij gelooft in de kracht van bewuste consumenten, die samen via de lokale voedselketen het verschil kunnen maken. Onder zijn mantra ‘een gezonde bodem, plant, product én mens’ is hij als pionier duurzamer gaan telen. Hij wil de consument laten zien dat het ook echt anders kan.

Jeroen Klompe

Daarom werkt Klompe al jaren samen met Rechtstreex om zijn producten en die van andere vooruitstrevende boeren uit de omgeving in de stad te krijgen. Bij Rechtstreex gaan inkomsten vanuit boodschappen zonder onnodige tussenschakels direct naar de boer, zodat die kan werken met oog voor landschap, dier en natuur. De aardappelen uit Mijnsheerenland zijn al jaren favoriet bij Rechtstreex-klanten.

Maarten Bouten kijkt uit naar de actie. “We kunnen zo nog veel meer mensen enthousiast maken over eten uit de lokale keten. Bovendien is Jeroens manier van akkerbouw niet alleen duurzamer, maar smaakt het product ook veel beter. Kom het zelf maar proeven!’ 

Maarten Bouten

De aardappelkaravaan op zaterdag 20 mei heeft drie stops: Erasmusbrug (14.00-14.45 u), Beurs (15.00-15.30 u) en de lokale Oogstmarkt op het Noordplein (16.00-17.00 u). De locaties zijn makkelijk te herkennen aan onder andere spandoeken. Wees er snel bij, want op = op!

Voor alle Rechtstreex-klanten is er een aparte actie: iedereen die tussen 23 en 28 mei een bestelling afhaalt of bestelt, krijgt een kilo aardappelen gratis.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Nu in Nederland het eerste Weekend van de Korte Keten voor de deur staat, is het tijd voor een kijkje bij onze zuiderburen. Want in Vlaanderen organiseren ze al voor de zesde keer de Week van de Korte Keten. Vanaf maandag 15 mei worden een week lang lokale producenten in het zonnetje gezet. Inmiddels heeft 46% van de Vlamingen van de Week gehoord. Wat werkt er wel in Vlaanderen, en wat niet? Katrien Baetens van de provincie Oost Vlaanderen legt uit.

Wouter van Wijk

Katrien Baetens

“We willen consumenten aanzetten om meer lokaal te gaan,” zegt Baetens. “Eén op de zeven landbouwers in Vlaanderen zit deels in de Korte Keten. Het is de bedoeling dat dat omhoog gaat.” Tijdens de Week van de Korte Keten worden producenten op allerlei manieren gepromoot. Niet alleen van lokale boeren, maar ook bijvoorbeeld een lokale chocolatier die cacaobonen uit Afrika gebruikt, maar deze wel in Vlaanderen verwerkt. Baetens: “Zo willen we aantonen dat de korte keten meer is dan een boer of een streekwinkel.”

Korte Keten uitleggen

Dat laatste is onderdeel van de doelstellingen achter de Week: “We willen de burger tonen wat de korte keten nou precies is. De term ‘korte keten’ is niet zo heel gemakkelijk te begrijpen. Mensen weten soms wel dat het iets met lokaal voedsel te maken heeft, maar niet veel meer. We willen aantonen dat de korte keten meer is dan een boer of een streekwinkel.” Daarmee doelt ze op de chocolatier, maar ook op initiatieven als de zelfpluk, afhaalpunten en voedselautomaten. En op voedselteams en buurderijen. “In voedselteams helpen vrijwilligers mee aan de distributie van lokaal voedsel, bijvoorbeeld door vanuit hun schuur een lokaal distributiepunt te zijn voor mensen in de stad.” Buurderijen zijn kleine boerenmarktjes. 

Een andere doelstelling van de Vlamingen: Waar vind je die producenten? “We hebben een website, Recht van bij de boer, waar inmiddels zestienhonderd producenten op staan.” Van de chocolatier tot de kaasboer. “We doen ook veel met storytelling: het verhaal van de boer. Liefst rond een thema. Dus niet de provincie zelf aan het woord, maar juist de lokale producent.” 

Ondanks dat hoge getal, is het aantal activiteiten in de agenda van de Week in de loop der jaren teruggelopen. Dat is bewust, zegt Baetens. “Het gaat ook niet om kwantiteit, maar kwaliteit. Vroeger hadden we vierhonderd activiteiten in de agenda, nu nog maar zevenenzeventig. Dat werkt beter.” Ook levert de organisatie van de Week meer maatwerk dan vroeger: “De producenten hebben heel weinig tijd. Dus we ondersteunen ze in de communicatie. Bijvoorbeeld wegwijzers voor de week van de korte Keten worden kant en klaar aangeleverd.” Ook los van elkaar hebben de provincies, gemeenten en overheden kleinere initiatieven: “Vlaams Brabant doet een verkiezing, de Korte Keten Kop, West Vlaanderen heeft boeren markten, Oost Vlaanderen heeft een spaarkaartenactie.”

Succes

De week wordt georganiseerd en gefinancierd door de vijf Vlaamse provincies, de Vlaamse overheid en het VLAM (Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing), samen met het steunpunt Korte Keten

En met succes. Uit een enquête bleek onlangs dat 46% van de ondervraagde Vlamingen van de Week van de Korte Keten had gehoord. Een enorm percentage. Hoe kan dat? “Het is nu de zesde keer, dat helpt natuurlijk. Maar ook de focus. We behouden expres telkens hetzelfde campagnebeeld. Dan blijft het beter hangen. Ook ligt onze focus echt op die ene week in het jaar. We nodigen lokale besturen uit om mee te doen, bibliotheken. Dit jaar heeft een op de drie gemeenten ingeschreven, van de driehonderd die we hebben aangeschreven. Niet slecht!”

Het Nederlandse Weekend van de Korte Keten loopt van 18 tot en met 22 mei.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Een van de eerste tips in de Facebookgroep van Fietsen voor m’n eten – Westland, die ik in 2017 startte, was Hoeve Biesland in Delfgauw. Bakker Jan Bronswijk, die de bakkerij bij Hoeve Biesland destijds runde, nodigde me uit om eens een lange fietstocht naar die prachtige boerderij in de Delfgauwse polder te maken. De manier waarop de boerderij door boer Jan, zijn dochter Linda Duijndam en andere partners wordt gerund, heeft mijn hart voorgoed gestolen.

Marja van der Ende

Uit het bezoek dat ik onlangs aan Linda bracht, blijkt dat Hoeve Biesland in de afgelopen jaren flinke stappen heeft gezet. Sindsdien fietste ik regelmatig mijn eten bij elkaar bij Hoeve Biesland. Ze gebruikten eerst nog een oude SRV-wagen genaamd De Weilandwinkel, maar een paar jaren geleden is een deel van de stallen omgebouwd tot De Winkel van Hoeve Biesland, met een nog groter assortiment aan biologisch geteelde groente en fruit, vlees en vleeswaren, brood, zuivelproducten en een tap voor rauwe melk. Ook kun je er terecht voor producten als conserven, bier en wijn, soepen en sauzen, ook alles biologisch geproduceerd.

De Weilandwinkel

De onderneming bestaat inmiddels uit een maatschap van verschillende onderdelen: de boerderij, bakkerij, slagerij, moestuin, winkel en zorgboerderij. Melk, vlees en brood van eigen makelij was er al en sinds vorig jaar maken ze ook hun eigen zuivelproducten. Er is een nieuwe kantine gebouwd voor het (zorg)personeel en een heuse kippencaravan geplaatst.

Natuurinclusieve landbouw

Hoeve Biesland onderneemt zoals ik alle boerderijen in onze omgeving zou willen zien ondernemen. De boerderij is een natuurinclusief landbouwbedrijf. Linda legt me in geuren en kleuren uit wat dit betekent. Ze vertelt dat ze een gebied van Staatsbosbeheer van honderd hectare rondom de boerderij beheren, wat goed is voor de natuur. Er is hierdoor een grote diversiteit in het landschap en de koeien grazen op een mooie manier.

De ossen lopen rond in de natuur en poepen her en der in het gras, de melkkoeien grazen rondom de boerderij. De kippen halen de koeienvlaaien uit elkaar. Door de natuur haar werk te laten doen, zijn er meer insecten en weidevogels en is er meer bodemleven. Deze manier van landbouw levert een hoge kwaliteit melk en vlees op. Ook grazen er schapen voor het natuurbehoud en voor lamsvlees.

Samenwerking

Op mijn vraag hoe deze manier van bedrijfsvoering ontstaan is, antwoordt Linda dat het een combinatie van kennis en opgedane ervaring is. Er is veel overleg met boeren onderling, waarin deze ervaringen en kennis worden uitgewisseld. Ze werken nauw samen en zien hun collega-boeren niet als concurrenten.

De bakkerij

Met een gezonde stikstofkringloop zijn ze bij Hoeve Biesland al twintig jaar bezig. Hun boerderij is zo verweven met de natuur, dat dit geen stikstofproblemen oplevert. Ook hebben ze een goede band met de Provincie Zuid-Holland. In het gebied van Midden-Delfland, rond Delft, Delfgauw en eigenlijk in de rest van Zuid-Holland zijn er voornamelijk kleinschalige boerenbedrijven waardoor de uitstoot minimaal is.

Er wordt door Linda met vooral vraagtekens gekeken naar de nieuwe ontwikkelingen om stikstof terug te dringen. Boeren die mest van het land af rijden om gas en warmte uit de koeienpoep te gaan halen en vervolgens kunstmest op het land strooien, het zijn in Linda’s ogen twee tegenstrijdige bewegingen.

Agrarisch ondernemer 2023

Eind februari werden de genomineerden voor de titel ‘Agrarisch ondernemer van het jaar 2023’ bekend gemaakt door organisator Misset, uitgeverij van verschillende agrarische vakbladen. Hoeve Biesland was een van die vijf genomineerden.

Linda is natuurlijk erg trots op de nominatie voor de verkiezing van de agrarische ondernemer van het jaar. De genomineerden zijn uiteenlopende bedrijven, van waterbuffelfarm tot bloembollenkweker, van circulaire melkveehouderij tot witlofteler. En Hoeve Biesland dus, in mijn ogen was het appels met peren vergelijken.

De genomineerden moesten een tekst schrijven aan de hand van vragen van de jury en de cijfers van de afgelopen drie jaar overleggen. De juryleden brachten een bezoek aan de bedrijven om met eigen ogen het reilen en zeilen te kunnen aanschouwen. Er werden film- en fotobeelden gemaakt en interviews afgenomen. Van de 25 aanmelders bleven slechts 5 genomineerden over. Er werden twee prijzen uitgereikt: de juryprijs (€ 12.500) en de publieksprijs uit stemmen (€ 2.500).

Op 30 maart kwamen de winnaars van de jury- en de publieksprijs uit de bus: Future Farm uit Lutten en Huiberts Biologische Bloembollen uit Sint Maartensvlotburg. Geen Zuid-Hollandse winnaar helaas, maar voor mij is Hoeve Biesland natuurlijk de nummer 1!

Nu ben ik een beetje bevooroordeeld, gezien het feit dat ik Bakker Jan al vele jaren langer persoonlijk ken dan dat ik naar Hoeve Biesland fiets. En de andere kandidaten kende ik nog niet en het zijn geen Zuid-Hollandse bedrijven.

Het doel dat Linda Duijndam en haar partners met het geld hadden, was het inzetten voor ondersteuning bij het verder uitdragen van de boodschap over natuurinclusieve landbouw. Ik had hen daarvoor echt dit potje extra geld gegund, zodat consumenten beter begrijpen waarom deze vorm van landbouw zo belangrijk is en waarom dit de toekomst heeft. Wellicht komen er binnenkort andere manieren om dit doel toch te bereiken. Als u ideeën daarover heeft, zijn ze van harte welkom!

Een manier die ik zelf graag aandraag om Hoeve Biesland aan het gewenste budget te helpen, is natuurlijk: ook je boodschappen in hun boerderijwinkel doen! En binnenkort zie je mij waarschijnlijk wel opduiken tijdens een van de workshops brood bakken van Bakker Jan….

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het weekend van Hemelvaart, van donderdag 18 tot en met maandag 22 mei 2023, staat dit jaar in het teken van de korte (voedsel-)keten! Tijdens dit weekend staan lokale en duurzame producten centraal en zetten de Natuur en Milieufederaties de aanbieders uit de korte keten in het zonnetje. Ook is er extra aandacht voor de impact van de korte keten op biodiversiteit en het landschap, vanwege de internationale dag van de biodiversiteit op maandag.

In navolging van Vlaanderen waar sinds 2018 in mei jaarlijks een week van de Korte Keten wordt georganiseerd, is het deze lente voor het eerst de beurt aan Nederland. Hiervoor hebben verschillende websites en initiatieven de handen ineengeslagen. Met meer dan 1.000 adressen van aanbieders uit de korte keten van GoodFoodClub.nu, De Kortste Weg en Lokaalwijzer.nl is het voor consumenten inzichtelijker geworden om bewust te kiezen voor duurzaam, gezond en lokaal voedsel.

Van grond tot mond
Een korte voedselketen is een keten waarbij maximaal één tussenhandelaar zit tussen boer en consument. Het kiezen voor een korte keten levert veel voordelen op: de impact op het milieu is lager, het stimuleert natuurinclusieve landbouw en biodiversiteitsherstel, boeren ontvangen een eerlijke prijs en consumenten kunnen kiezen uit een gevarieerd aanbod van gezonde en verse producten die rechtstreeks bij de producent te koop zijn.
Door te kiezen voor de korte weg van boer naar bord lever je als consument een bijdrage aan een sterkere lokale en regionale economie. Ook ontstaan gelijkwaardiger relaties en meer betrokkenheid tussen de eindgebruiker en de producent.

Activiteiten
Reden genoeg om mee te doen met het weekend van de korte keten, zowel voor producenten als consumenten. Op www.weekendvandekorteketen.nl vind je activiteiten en adressen van boerderijverkooppunten, voedselbossen en stalletjes bij jou in de buurt. Ook zijn er leuke fietstochten gemaakt langs aanbieders in alle provincies.

In minder dan een jaar tijd opende Oogst, een Leidse winkel zonder personeel met grotendeels lokale producten, dit weekend een tweede winkel in Woerden en staat een derde op stapel in Haarlem. Waar komt dit snelle succes vandaan?

Kees Vermeer

Fennie Lansbergen

Initiatiefneemster is Fennie Lansbergen. Voorheen werkte ze bij Enviu, dat duurzame bedrijven bouwt in met name Afrika. Zo had ze veel contact met boeren in Kenia. “We wilden hen helpen om veerkrachtiger te worden met het oog op klimaatverandering. Zo ontstond mijn interesse in regeneratieve landbouw. Ik denk dat dat veel kan bijdragen aan het oplossen van crisissen die we nu wereldwijd meemaken. Ik wilde mijn kennis daarom ook gaan toepassen in Nederland en ben met enkele boeren gaan samenwerken om na te gaan wat zij nodig hebben om een transitie naar duurzaamheid te maken.” Ze zag dat de afstand tussen milieubewuste consumenten en natuurinclusieve boeren nog te groot was. Oogst moet die overbruggen.

Lansbergen kwam in contact met Johannes Regelink van Burgerboerderij De Patrijs bij Lochem. Die had het idee om zijn producten in vijf onbemande winkels rond de boerderij te verkopen. Lansbergen deed daar marktonderzoek voor en werd zelf ook enthousiast voor het idee. Met Regelink werkte ze dat verder uit en zo ontstond Oogst, met boeren als franchisenemer van een winkel. “We helpen boeren om het zelf, of samen met anderen te realiseren”, zegt Lansbergen. “De eerste Oogstboer is Joost van Schie, boer en kaasmaker in Warmond. Inmiddels is hij aan boord gestapt van Oogst als medeoprichter. We bouwen het nu samen uit.” Dit weekend opende in Woerden een tweede Shop-winkel, met melkveehouder Ramona Schalkwijk van Bloemenweidemelk in Montfoort als franchisenemer. De derde winkel komt in Haarlem. “Daar werken we met onderneemster Femke Prins als franchisenemer, we zijn nu op zoek naar een geschikt winkelpand.” Voor Woerden en Haarlem loopt tot eind april nog een crowdfunding.

App in plaats van personeel

In de winkels kunnen mensen terecht voor groenten, fruit, zuivel, vlees en eieren van lokale natuurinclusieve boeren. Winkelen gaat met behulp van de Oogstapp. Daarmee kunnen klanten de winkeldeur openen, de producten intikken die ze meenemen en afrekenen met iDeal. In de app is ook een voorraadsysteem ingebouwd voor de franchisenemer, die de logistiek en de bevoorrading doet. Zij gaan daarvoor regelmatig op pad langs de lokale boeren die de producten leveren. “Rond Leiden zijn dat er zo’n twaalf”, laat Lansbergen weten. “We hanteren een straal van ongeveer 25 kilometer rond de winkel. We verkopen dus echt lokale producten. Dat is ook praktisch voor de franchisenemer, omdat die de producten bij de meeste boeren ophalen.”

Fennie Lansberen en medeoprichter Joost van Schie

Met een winkel zonder personeel loop je het risico op diefstal, maar daar is Lansbergen niet zo bang voor. Ze gaat uit van ‘goed vertrouwen’, en daarbij weet Oogst wie er wanneer in de winkel is. Ook hangen er een paar camera’s. Ze laat weten dat het in Leiden erg goed gaat, mensen vinden het juist ook erg leuk dat er vertrouwen wordt geschonken. Bovendien denkt ze dat het probleem een stuk minder aanwezig is omdat veel mensen ook juist voor de boer komen.

Meerwaarde

Veel boeren hebben al een boerderijwinkel om hun producten rechtstreeks aan de klant te verkopen. Wat is voor hen de meerwaarde van Oogst? “Hoewel de meeste van onze deelnemende boeren inderdaad een boerderijwinkel hebben, gaat het daar vaak om kleine volumes”, licht Lansbergen toe. “De boeren moeten het overgrote deel van hun productie nog steeds aan groothandels leveren. Wij streven naar een relevante afzet voor een boer. En wij gaan voor een goede prijs, sowieso een hogere prijs dan van de groothandel. Groot voordeel voor onze boeren is dat wij de producten bij hen ophalen. In veel concepten voor de korte keten moeten boeren zelf rijden, wat hen veel tijd kost. Bovendien is het onze ambitie om in een plaats of regio meer winkels te openen, met producten van dezelfde boeren. Dat vergroot hun afzetmogelijkheden.”

De eerste Oogst winkel in Leiden

Daarnaast wil Lansbergen op deze manier ook een podium geven aan pionierende boeren: “Velen doen heel mooi werk zonder dat veel mensen daarvan weten. Bij ons krijgen zij een goede prijs voor hun producten en bovendien geven wij hen publiciteit. Met een nieuwsbrief vertellen we aan klanten hoe de boeren werken, welke keuzes zij maken en hoe de producten worden gemaakt.”

Gemak

Lansbergen hoort veel goede reacties over Oogst. De boeren vinden het erg leuk dat hun producten nu ook in de stad te koop zijn. Zij merken dat dat uitstraling heeft naar hun winkel. ”En klanten waarderen de duurzame en lokale opzet. Zij ervaren het gemak dat zij nu lokale producten dicht bij huis kunnen kopen. Bovendien vinden veel mensen het interessant om de verhalen achter de producten te lezen in onze nieuwsbrief. We horen dat velen al op zoek waren naar een opzet zoals van ons. Dus Oogst sluit aan bij een behoefte.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Bijna was Sebastiaan Bos (54) agrarisch ondernemer van het jaar. Zijn biologische groentekwekerij in Katwijk, die wekelijks tussen de 3.200 en 3.500 groente- en fruitpakketten aan huis bezorgt, was een van de vijf genomineerden door vakblad De Boerderij. Hij vindt het eervol om een geslaagd voorbeeld voor de sector te zijn. Dat had hij 26 jaar geleden, toen hij ‘zonder bezit, maar met een hoop passie’ begon, niet durven dromen.

Marijn Kramp

Zongebruinde medewerkers schoffelen tussen rijen groenten. Her en der staan grote, witte tunnelkassen. Een paar schuren en loodsen complementeren de biologische kwekerij Kievit. Je waant je bijna in het buitengebied. Bijna, want wie zijn blik wat hoger richt, ziet flats en een drukke provinciale weg. De kwekerij staat in de bebouwde kom van Katwijk, in de wijk Zanderij. Een van de medewerkers wijst de weg naar eigenaar Sebastiaan Bos. ‘Hij is daar ergens’, gebaart hij naar het hoge maïs, terwijl hij hard ‘Sebastiaan’ roept. Het maïs begint te bewegen. Een man duwt de groene stengels en bladeren opzij en wurmt zich er tussenuit.

Sebastiaan Bos

Met grote passen komt Sebastiaan Bos (54) aanlopen. Een ferme handdruk gevolgd door een weids gebaar naar de rijen groenten. ‘Mooi hè, allemaal biologisch gekweekt’, zegt hij trots. Ze worden in pakketten verkocht én thuisbezorgd. Elke week pakken zijn medewerkers zo’n 3.200 tot 3.500 biologische groentepakketten in. Dat gebeurt in een loods even verderop op een bedrijventerrein, vertelt Bos. Van daaruit vertrekken ook de busjes die de pakketten in de wijde omgeving – grofweg van Haarlem tot en met Den Haag – aan huis bezorgen. Al pratend beent Bos over het tuinpad. Hij is bijna niet bij te houden. Een houten brug verbindt de twee tuinpercelen. Eronder een brede sloot. ‘We hebben gelukkig geen watergebrek. Maar de hitte van afgelopen zomer heeft er wel ingehakt. Stugger blad, kleinere vruchten… Toch, we mogen niet klagen. Het is elders in het land veel erger.’

Echte fans

De tuin staat er mooi bij, maar het viel niet mee om dat voor elkaar te krijgen, vertelt Bos. ‘Ik dacht, toen we dit perceel vier jaar geleden kregen toegewezen, dat het wel goed zat met de grond. Er was namelijk ooit eerder op getuinierd, het lag alweer een tijd braak en er was voldoende water. Allemaal omstandigheden waardoor ik goede hoop had. Maar de grond bleek helemaal kapot. Er zit een onverwoestbaar onkruid in waar we vier jaar na dato nog steeds aandacht aan moeten besteden.’

Bos gebruikt plantaardige stikstof: maaisel uit natuurgebieden, waarmee hij de grond verbetert. ‘We kweken dus niet alleen biologische groenten, maar maken ook de grond weer gezond. En dat lukt. De grond is nu al een stuk donkerder dan de zandkleur van toen we net begonnen.’ Voor Bos ging met de 1,7 hectare grond in Katwijk een lang gekoesterde wens in vervulling. ‘Toen ik mijn bedrijf begon, 26 jaar geleden, was dat namelijk mijn plan: direct voor een klantenkring biologische groente telen en die in pakketten aan huis leveren. De eerste twee jaar ging dat goed. We huurden een stuk grond van iemand en al snel leverden we groentepakketten aan huis. Maar toen liep de huurovereenkomst spaak, doordat de plannen van de grondeigenaar niet overeenkwamen met die van ons.’

Toen Bos de grond kwijtraakte, wilde hij zijn bedrijf opdoeken. ‘Voor mij was die eigen tuin waarin wij de groenten kweekten, het hart van de zaak. Ik kon dat niet los zien van de biologische groentepakketten.’ Maar daar dachten zijn klanten anders over. Die wilden wekelijks hun biologische groente. ‘Zij drongen erop aan dat wij doorgingen met leveren. Dus toen zijn we biologische pakketten gaan maken met andermans biologische groenten.’

Mond-tot-mondreclame

Sla uit de foliekas

Dat klinkt simpeler dan zelf telen, maar dat was het niet. ‘Die hele logistiek, zorgen dat alles er op tijd is, dat het gevarieerd genoeg is en dat we de pakketten het hele jaar rond bij de klanten kregen, bleek veel lastiger dan ik dacht. We gingen bijna failliet. Toen ben ik gaan puzzelen op de logistiek. Ik vond dat ik dat veel beter in de vingers moest krijgen. Daar heb ik een flink aantal jaar over gedaan.’ Intussen groeide het bedrijf door. ‘Gewoon via mond-tot-mondreclame. We hadden nog geen website ofzo. Dat kwam pas later. We onderhielden contact met onze klanten via een nieuwsbrief. Daarin schreven we ook over de leuke dingen die we meemaakten. En zo werden steeds meer klanten echte fans.’

Het bedrijf kwam in rustiger vaarwater en bleef in de jaren erna gestaag doorgroeien. Maar het gebrek aan land bleef knagen, vertelt hij. Helemaal toen hij een collega-tuinder hielp met gezamenlijke teelten. ‘Ik ging toen al richting de vijftig en iedereen vond mij al te oud voor dat fysieke werk. Maar ik stond daar toch lekker te harken!’ Dus toen hij hoorde dat de gemeente Katwijk percelen grond beschikbaar stelde voor bedrijven met maatschappelijke waarde, greep hij zijn kans. Hij diende een aanvraag in en die werd gehonoreerd.

Koesteren

Bos mag nog zes jaar in de Duinvallei blijven van de gemeente. Dat geeft perspectief. Alhoewel… ‘Je moet er zoveel voor doen om gewoon je werk te kunnen doen. De regelgeving is killing. Dat is niet normaal. Biologische tuinbouw moet de toekomst zijn, maar met zulke extreme regelgeving en controle gaat dat echt niet lukken.’

De overheid zou bedrijven als het zijne juist moeten koesteren, vindt hij. Hij wijst op de jonge vrouw die verderop op haar knieën achteruit schuift, terwijl ze plantjes in keurige rijen poot. ‘Eerlijk werk in de buitenlucht. Zonder HR-management en corporate gedoe. Kantoormensen weten niet wat ze missen. Al die jongeren die zonder dat ze echt weten wat ze willen, het management of de communicatie in gaan. Dat vind ik zo zonde. Het is heerlijk op de tuin. En er is genoeg uitdaging. Als je de hele keten verzorgt, dus van kweken tot bezorgen, wordt broccoli poten een stuk interessanter.’ Hij kijkt op zijn horloge en roept naar de medewerkster. ‘Moet jij niet een keer lunchen?’ Nee, antwoordt ze. Ze maakt eerst liever even het bed af. Een medewerkster naar Bos’ hart. ‘Inzet vind ik belangrijk. Goed zijn voor het bedrijf. Beseffen dat je samen het bedrijf bent. Zoiets ontstaat niet vanzelf bij medewerkers. Dat moet je mensen leren. We sjokken hier bijvoorbeeld niet. We houden er graag tempo in. Schouders eronder, de beuk erin. Daar heb je wat aan in het leven. En als iemand na een paar dagen hard werken stram is geworden, dan vraag ik of hij of zij niet liever een dagje wil inpakken. Dan krijgt het lichaam even rust.’

Aan elkaar denken

Voor Bos valt dit allemaal onder de kernwaarde van zijn bedrijf: verbinden. ‘Verbinden met elkaar, met de klanten, met de natuur. Die kijk op het leven passen wij ook toe op onze werkzaamheden in de tuin en aan de inpaktafel. Wij leren mensen om aan elkaar te denken. Dus snij je de groente schoon af of zit er nog een hoop aarde aan, waardoor de inpakkers straks meer werk hebben? Ben je behulpzaam naar je collega’s? Pak je de groenten in op een manier die fijn is voor de klant? Dat is je verbinden. Daar draait ons bedrijf om. Niet om zaken als winstmaximalisatie ofzo.’

Ontdekken

Voedselpakket met Kievitamines

Mensen kansen geven en opleiden tot goede en betrokken medewerkers, dat staat bij Bos centraal. Zelf ontbeerde hij die hulp, vertelt hij. Zijn familie, die overigens niks had met landbouw of tuinieren, viel uit elkaar toen zijn vader plotseling overleed. Bos was toen zeventien. Die klap kwam hard aan. ‘Ik werd op mezelf teruggeworpen. Werd van school getrapt en mijn sociale netwerk viel uiteen. Ik stond er alleen voor en dat zette me uiteindelijk aan het denken. Wat vond ik zelf nou echt belangrijk? Waar wilde ik mijn leven aan wijden? En zo kwam ik uit bij biologische tuinbouw.’ Hij kijkt om zich heen. Naar de rijen groenten, de medewerkers, de schuren en de bloementuin. ‘En zie het resultaat na 26 jaar. We maken voeding die gezond is voor mens en natuur. Het is mooi en eerlijk werk.’ Bos betreurt het dat bij veel mensen kennis ontbreekt van de landbouw en gezonde voeding. ‘We zijn met zulke onbelangrijke dingen bezig. Als je op je sterfbed ligt en je leven overdenkt, hoe kijk je dan terug op al die uren dat je naar een scherm keek? Echt, ik gun het iedereen dat ze zichzelf tegenkomen. En dat ze ontdekken wat echt van waarde is.’

Met toestemming overgenomen uit Rabo & Co Leiden/Katwijk

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!