De Kortste Weg

Onlangs viel mijn oog op het artikel ‘Waarom de babyworteltjes uit de supermarkt niet de moeite waard zijn’ in Metro. Als voorstander van de korte keten en tegenstander van onzinproducten en overbodige verpakkingen in de supermarkt trok de titel me meteen aan om verder te lezen. Als promotor van de boodschap ‘weet wat je in je mond stopt’, werd ik niet teleurgesteld. Ik schrok zelfs nogal van de inhoud, het is nog erger dan ik dacht.

Marja van der Ende

Echte snackgroenten

Wist je bijvoorbeeld dat babyworteltjes gespoeld worden met chloor tegen bacteriën? Dat de voedingsindustrie van alles uithaalt om aan onze zucht naar gemak te voldoen, wist ik al van het verhaal achter de perfect ontvelde mandarijnpartjes in blik. Ook al worden deze producten daarna nog veelvuldig gewassen, de gedachte alleen al geeft me te veel weerstand om dit in mijn mond te stoppen. Het is ook nog eens je reinste verspilling van onder andere spoelwater en plastic. Alles om te voorkomen dat we een snijplank en een mesje hoeven pakken. Van de zotte!

Ook de prijs van de babyworteltjes wordt aangehaald in het Metro-artikel. Ook al wordt het verhaal verspreid dat deze kleine oranje worteltjes een apart soort is dat zo klein blijft, niets is minder waar. In veel gevallen zijn de worteltjes gewoon klein gesneden grote wortels. Het proces van snijden, schaven en polijsten om de grote wortel het uiterlijk van de babywortel te geven en ze te verpakken, is erg kostbaar. Dit maakt het product onnodig extra duur.

Dacht je gezond bezig te zijn door snoepgroenten te kopen in plaats van snoep, blijkt het toch niet zo gezond te zijn! Ook niet voor je portemonnee. De babyworteltjes verliezen sneller hun houdbaarheid doordat ze uitdrogen en een wit laagje krijgen dat wortelblush genoemd wordt. En als de smaak dan ook nog minder lekker is, dan heb je echt je zuurverdiende geld verspild.

Echte bospeen!

Daar is een oplossing voor!

Een stappenplan:

1. Fiets naar de dichtstbijzijnde boer of tuinder die wortelen teelt en/of verkoopt. Of word lid van een zelfoogsttuin of voedselgemeenschap waar je de wortelen zo zelf uit de grond kunt trekken.

2. Echt verse wortelen hebben het loof nog en zelfs de aarde nog aan zich geplakt zitten. Neem een herbruikbaar plastic of linnen tasje mee om de wortelen in mee te nemen. Het zand schud je er daarna zo weer uit waarna je het tasje opnieuw kunt gebruiken.

3. Leg de wortelen bij voorkeur met de aarde er nog aan, in de koelkast. Het loof kun je afsnijden, dit kan veel zand bevatten. Ook met het loof kun je nog lekkere dingen maken als de wortelen net geoogst zijn, zoals pesto.

4. Als je trek krijgt in een babyworteltje: pak een snijplank, mes en borsteltje. Borstel de aarde en haartjes van de wortel en snijd kop en kont eraf. Was de wortel tot deze mooi oranje is en snijd in kleine stukjes. Babywortel klaar!

Ongemak dient de mens

Eeuwenlang heeft de mens moeite moeten doen voor voedsel. Jagen en verzamelen was misschien nog wel de meest gezonde periode in het bestaan van de mensheid. De natuur haar werk laten doen en daar slechts van plukken wat nodig en bereikbaar is. Met de seizoenen mee eten, waar de aarde klaar voor was om ons te geven. We leefden als nomaden en kregen daardoor een grotere diversiteit aan voedsel binnen.

Nu alle gekheid op een peentje: die constante behoefte aan gemak heeft toch wel zijn hoogtepunt bereikt? Dat we zo gek zijn geworden om groenten voor te laten snijden, te wassen in een chemisch middel en in milieuvervuilende verpakkingen te steken, dat gedrag sterft toch hopelijk een keer een stille dood. Liefst zo snel mogelijk.

Zelfs de opkomst van de landbouw 12.000 jaar geleden is niet per definitie een gezonde ontwikkeling te noemen. In dit artikel op Wetenschap.nu getiteld ‘Het begin van de landbouw: meer ellende voor meer mensen’, wordt duidelijk beschreven waarom we beter jager-verzamelaars hadden kunnen blijven. Het voedingspatroon werd bijvoorbeeld steeds eenzijdiger en besmettelijke ziektes sprongen over van vee op mens. Bevolkingsaantallen namen toe omdat er meer aandacht voor voortplanting was en voedsel om meer mensen te voeden. Maar gezonder was dit allerminst.

Mijn stappenplannetje om zelf babyworteltjes te maken, trapt natuurlijk pas af op het moment dat de wortel al in de winkel ligt en je daarnaartoe fietst. Dit lijkt nu de kortste weg te zijn. Zelfs je wortelen zelf verbouwen, is echter nog niet de kortste weg terug naar de gezondere jager-verzamelaarsmentaliteit. De weg die momenteel het dichtst in de buurt komt, is het voedselbos. Een mooi onderwerp voor een volgende column!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Zaterdag 20 mei, tijdens het Weekend van de Korte Keten, rijdt er door Rotterdam een aardappelkaravaan. Boer Jeroen Klompe uit Mijnsheerenland geeft in samenwerking met de voedseldistributeurs van Rechtstreex 5.000 kilo van zijn lekkerste aardappels weg. Klompe wil Rotterdammers laten proeven hoe goed eten van een gezonde bodem smaakt. En zo meer mensen enthousiast maken over eten uit de lokale keten.

Kees Vermeer

De echte Hoeksche Rooie

De bewuste aardappel, de zogenaamde Hoeksche Rooie, teelt Klompe al tien jaar. Met de aardappelkaravaan kunnen Rotterdammers er nu gratis mee kennismaken. Klompe wil met de actie uitdragen dat iedereen met alledaagse zaken, zoals boodschappen, kan bijdragen aan een positieve verandering. Want boeren staan onder druk om te produceren tegen een steeds lagere prijs. Dat leidt tot verlies van bodemgezondheid, biodiversiteit en kwaliteit van producten. De boodschap van de actie: een duurzamer voedselsysteem is hoognodig en dat lukt alleen als consumenten meedoen. Consumenten kunnen helpen om het tij te keren door vaker te kiezen voor hoogwaardige, lokaal geproduceerde producten.

Maarten Bouten van Rechtstreex: “In coronatijd zagen we een piek in interesse voor lokale en duurzame producten. Maar in deze tijden van hoge inflatie kiezen mensen weer vaker voor goedkopere producten uit de supermarkt. Die zijn meestal niet op een verantwoorde manier geproduceerd. En dat terwijl het allang duidelijk is dat het anders moet. In de landbouw is het momenteel volop crisis. De urgentie voor verandering wordt steeds groter.”

Klompe verbouwt op zijn kleigrond in de Hoeksche Waard verschillende gewassen: Hoeksche Rooie aardappelen, Pink Onions en sjalotten, peulvruchten en quinoa. De focus ligt op duurzame landbouw en een gezonde bodem. Hij is ervan overtuigd dat een gezonde bodem de basis is voor gezonde producten, gezonde mensen en uiteindelijk een gezondere wereld. Hij gelooft in de kracht van bewuste consumenten, die samen via de lokale voedselketen het verschil kunnen maken. Onder zijn mantra ‘een gezonde bodem, plant, product én mens’ is hij als pionier duurzamer gaan telen. Hij wil de consument laten zien dat het ook echt anders kan.

Jeroen Klompe

Daarom werkt Klompe al jaren samen met Rechtstreex om zijn producten en die van andere vooruitstrevende boeren uit de omgeving in de stad te krijgen. Bij Rechtstreex gaan inkomsten vanuit boodschappen zonder onnodige tussenschakels direct naar de boer, zodat die kan werken met oog voor landschap, dier en natuur. De aardappelen uit Mijnsheerenland zijn al jaren favoriet bij Rechtstreex-klanten.

Maarten Bouten kijkt uit naar de actie. “We kunnen zo nog veel meer mensen enthousiast maken over eten uit de lokale keten. Bovendien is Jeroens manier van akkerbouw niet alleen duurzamer, maar smaakt het product ook veel beter. Kom het zelf maar proeven!’ 

Maarten Bouten

De aardappelkaravaan op zaterdag 20 mei heeft drie stops: Erasmusbrug (14.00-14.45 u), Beurs (15.00-15.30 u) en de lokale Oogstmarkt op het Noordplein (16.00-17.00 u). De locaties zijn makkelijk te herkennen aan onder andere spandoeken. Wees er snel bij, want op = op!

Voor alle Rechtstreex-klanten is er een aparte actie: iedereen die tussen 23 en 28 mei een bestelling afhaalt of bestelt, krijgt een kilo aardappelen gratis.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Nu in Nederland het eerste Weekend van de Korte Keten voor de deur staat, is het tijd voor een kijkje bij onze zuiderburen. Want in Vlaanderen organiseren ze al voor de zesde keer de Week van de Korte Keten. Vanaf maandag 15 mei worden een week lang lokale producenten in het zonnetje gezet. Inmiddels heeft 46% van de Vlamingen van de Week gehoord. Wat werkt er wel in Vlaanderen, en wat niet? Katrien Baetens van de provincie Oost Vlaanderen legt uit.

Wouter van Wijk

Katrien Baetens

“We willen consumenten aanzetten om meer lokaal te gaan,” zegt Baetens. “Eén op de zeven landbouwers in Vlaanderen zit deels in de Korte Keten. Het is de bedoeling dat dat omhoog gaat.” Tijdens de Week van de Korte Keten worden producenten op allerlei manieren gepromoot. Niet alleen van lokale boeren, maar ook bijvoorbeeld een lokale chocolatier die cacaobonen uit Afrika gebruikt, maar deze wel in Vlaanderen verwerkt. Baetens: “Zo willen we aantonen dat de korte keten meer is dan een boer of een streekwinkel.”

Korte Keten uitleggen

Dat laatste is onderdeel van de doelstellingen achter de Week: “We willen de burger tonen wat de korte keten nou precies is. De term ‘korte keten’ is niet zo heel gemakkelijk te begrijpen. Mensen weten soms wel dat het iets met lokaal voedsel te maken heeft, maar niet veel meer. We willen aantonen dat de korte keten meer is dan een boer of een streekwinkel.” Daarmee doelt ze op de chocolatier, maar ook op initiatieven als de zelfpluk, afhaalpunten en voedselautomaten. En op voedselteams en buurderijen. “In voedselteams helpen vrijwilligers mee aan de distributie van lokaal voedsel, bijvoorbeeld door vanuit hun schuur een lokaal distributiepunt te zijn voor mensen in de stad.” Buurderijen zijn kleine boerenmarktjes. 

Een andere doelstelling van de Vlamingen: Waar vind je die producenten? “We hebben een website, Recht van bij de boer, waar inmiddels zestienhonderd producenten op staan.” Van de chocolatier tot de kaasboer. “We doen ook veel met storytelling: het verhaal van de boer. Liefst rond een thema. Dus niet de provincie zelf aan het woord, maar juist de lokale producent.” 

Ondanks dat hoge getal, is het aantal activiteiten in de agenda van de Week in de loop der jaren teruggelopen. Dat is bewust, zegt Baetens. “Het gaat ook niet om kwantiteit, maar kwaliteit. Vroeger hadden we vierhonderd activiteiten in de agenda, nu nog maar zevenenzeventig. Dat werkt beter.” Ook levert de organisatie van de Week meer maatwerk dan vroeger: “De producenten hebben heel weinig tijd. Dus we ondersteunen ze in de communicatie. Bijvoorbeeld wegwijzers voor de week van de korte Keten worden kant en klaar aangeleverd.” Ook los van elkaar hebben de provincies, gemeenten en overheden kleinere initiatieven: “Vlaams Brabant doet een verkiezing, de Korte Keten Kop, West Vlaanderen heeft boeren markten, Oost Vlaanderen heeft een spaarkaartenactie.”

Succes

De week wordt georganiseerd en gefinancierd door de vijf Vlaamse provincies, de Vlaamse overheid en het VLAM (Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing), samen met het steunpunt Korte Keten

En met succes. Uit een enquête bleek onlangs dat 46% van de ondervraagde Vlamingen van de Week van de Korte Keten had gehoord. Een enorm percentage. Hoe kan dat? “Het is nu de zesde keer, dat helpt natuurlijk. Maar ook de focus. We behouden expres telkens hetzelfde campagnebeeld. Dan blijft het beter hangen. Ook ligt onze focus echt op die ene week in het jaar. We nodigen lokale besturen uit om mee te doen, bibliotheken. Dit jaar heeft een op de drie gemeenten ingeschreven, van de driehonderd die we hebben aangeschreven. Niet slecht!”

Het Nederlandse Weekend van de Korte Keten loopt van 18 tot en met 22 mei.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Een van de eerste tips in de Facebookgroep van Fietsen voor m’n eten – Westland, die ik in 2017 startte, was Hoeve Biesland in Delfgauw. Bakker Jan Bronswijk, die de bakkerij bij Hoeve Biesland destijds runde, nodigde me uit om eens een lange fietstocht naar die prachtige boerderij in de Delfgauwse polder te maken. De manier waarop de boerderij door boer Jan, zijn dochter Linda Duijndam en andere partners wordt gerund, heeft mijn hart voorgoed gestolen.

Marja van der Ende

Uit het bezoek dat ik onlangs aan Linda bracht, blijkt dat Hoeve Biesland in de afgelopen jaren flinke stappen heeft gezet. Sindsdien fietste ik regelmatig mijn eten bij elkaar bij Hoeve Biesland. Ze gebruikten eerst nog een oude SRV-wagen genaamd De Weilandwinkel, maar een paar jaren geleden is een deel van de stallen omgebouwd tot De Winkel van Hoeve Biesland, met een nog groter assortiment aan biologisch geteelde groente en fruit, vlees en vleeswaren, brood, zuivelproducten en een tap voor rauwe melk. Ook kun je er terecht voor producten als conserven, bier en wijn, soepen en sauzen, ook alles biologisch geproduceerd.

De Weilandwinkel

De onderneming bestaat inmiddels uit een maatschap van verschillende onderdelen: de boerderij, bakkerij, slagerij, moestuin, winkel en zorgboerderij. Melk, vlees en brood van eigen makelij was er al en sinds vorig jaar maken ze ook hun eigen zuivelproducten. Er is een nieuwe kantine gebouwd voor het (zorg)personeel en een heuse kippencaravan geplaatst.

Natuurinclusieve landbouw

Hoeve Biesland onderneemt zoals ik alle boerderijen in onze omgeving zou willen zien ondernemen. De boerderij is een natuurinclusief landbouwbedrijf. Linda legt me in geuren en kleuren uit wat dit betekent. Ze vertelt dat ze een gebied van Staatsbosbeheer van honderd hectare rondom de boerderij beheren, wat goed is voor de natuur. Er is hierdoor een grote diversiteit in het landschap en de koeien grazen op een mooie manier.

De ossen lopen rond in de natuur en poepen her en der in het gras, de melkkoeien grazen rondom de boerderij. De kippen halen de koeienvlaaien uit elkaar. Door de natuur haar werk te laten doen, zijn er meer insecten en weidevogels en is er meer bodemleven. Deze manier van landbouw levert een hoge kwaliteit melk en vlees op. Ook grazen er schapen voor het natuurbehoud en voor lamsvlees.

Samenwerking

Op mijn vraag hoe deze manier van bedrijfsvoering ontstaan is, antwoordt Linda dat het een combinatie van kennis en opgedane ervaring is. Er is veel overleg met boeren onderling, waarin deze ervaringen en kennis worden uitgewisseld. Ze werken nauw samen en zien hun collega-boeren niet als concurrenten.

De bakkerij

Met een gezonde stikstofkringloop zijn ze bij Hoeve Biesland al twintig jaar bezig. Hun boerderij is zo verweven met de natuur, dat dit geen stikstofproblemen oplevert. Ook hebben ze een goede band met de Provincie Zuid-Holland. In het gebied van Midden-Delfland, rond Delft, Delfgauw en eigenlijk in de rest van Zuid-Holland zijn er voornamelijk kleinschalige boerenbedrijven waardoor de uitstoot minimaal is.

Er wordt door Linda met vooral vraagtekens gekeken naar de nieuwe ontwikkelingen om stikstof terug te dringen. Boeren die mest van het land af rijden om gas en warmte uit de koeienpoep te gaan halen en vervolgens kunstmest op het land strooien, het zijn in Linda’s ogen twee tegenstrijdige bewegingen.

Agrarisch ondernemer 2023

Eind februari werden de genomineerden voor de titel ‘Agrarisch ondernemer van het jaar 2023’ bekend gemaakt door organisator Misset, uitgeverij van verschillende agrarische vakbladen. Hoeve Biesland was een van die vijf genomineerden.

Linda is natuurlijk erg trots op de nominatie voor de verkiezing van de agrarische ondernemer van het jaar. De genomineerden zijn uiteenlopende bedrijven, van waterbuffelfarm tot bloembollenkweker, van circulaire melkveehouderij tot witlofteler. En Hoeve Biesland dus, in mijn ogen was het appels met peren vergelijken.

De genomineerden moesten een tekst schrijven aan de hand van vragen van de jury en de cijfers van de afgelopen drie jaar overleggen. De juryleden brachten een bezoek aan de bedrijven om met eigen ogen het reilen en zeilen te kunnen aanschouwen. Er werden film- en fotobeelden gemaakt en interviews afgenomen. Van de 25 aanmelders bleven slechts 5 genomineerden over. Er werden twee prijzen uitgereikt: de juryprijs (€ 12.500) en de publieksprijs uit stemmen (€ 2.500).

Op 30 maart kwamen de winnaars van de jury- en de publieksprijs uit de bus: Future Farm uit Lutten en Huiberts Biologische Bloembollen uit Sint Maartensvlotburg. Geen Zuid-Hollandse winnaar helaas, maar voor mij is Hoeve Biesland natuurlijk de nummer 1!

Nu ben ik een beetje bevooroordeeld, gezien het feit dat ik Bakker Jan al vele jaren langer persoonlijk ken dan dat ik naar Hoeve Biesland fiets. En de andere kandidaten kende ik nog niet en het zijn geen Zuid-Hollandse bedrijven.

Het doel dat Linda Duijndam en haar partners met het geld hadden, was het inzetten voor ondersteuning bij het verder uitdragen van de boodschap over natuurinclusieve landbouw. Ik had hen daarvoor echt dit potje extra geld gegund, zodat consumenten beter begrijpen waarom deze vorm van landbouw zo belangrijk is en waarom dit de toekomst heeft. Wellicht komen er binnenkort andere manieren om dit doel toch te bereiken. Als u ideeën daarover heeft, zijn ze van harte welkom!

Een manier die ik zelf graag aandraag om Hoeve Biesland aan het gewenste budget te helpen, is natuurlijk: ook je boodschappen in hun boerderijwinkel doen! En binnenkort zie je mij waarschijnlijk wel opduiken tijdens een van de workshops brood bakken van Bakker Jan….

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het weekend van Hemelvaart, van donderdag 18 tot en met maandag 22 mei 2023, staat dit jaar in het teken van de korte (voedsel-)keten! Tijdens dit weekend staan lokale en duurzame producten centraal en zetten de Natuur en Milieufederaties de aanbieders uit de korte keten in het zonnetje. Ook is er extra aandacht voor de impact van de korte keten op biodiversiteit en het landschap, vanwege de internationale dag van de biodiversiteit op maandag.

In navolging van Vlaanderen waar sinds 2018 in mei jaarlijks een week van de Korte Keten wordt georganiseerd, is het deze lente voor het eerst de beurt aan Nederland. Hiervoor hebben verschillende websites en initiatieven de handen ineengeslagen. Met meer dan 1.000 adressen van aanbieders uit de korte keten van GoodFoodClub.nu, De Kortste Weg en Lokaalwijzer.nl is het voor consumenten inzichtelijker geworden om bewust te kiezen voor duurzaam, gezond en lokaal voedsel.

Van grond tot mond
Een korte voedselketen is een keten waarbij maximaal één tussenhandelaar zit tussen boer en consument. Het kiezen voor een korte keten levert veel voordelen op: de impact op het milieu is lager, het stimuleert natuurinclusieve landbouw en biodiversiteitsherstel, boeren ontvangen een eerlijke prijs en consumenten kunnen kiezen uit een gevarieerd aanbod van gezonde en verse producten die rechtstreeks bij de producent te koop zijn.
Door te kiezen voor de korte weg van boer naar bord lever je als consument een bijdrage aan een sterkere lokale en regionale economie. Ook ontstaan gelijkwaardiger relaties en meer betrokkenheid tussen de eindgebruiker en de producent.

Activiteiten
Reden genoeg om mee te doen met het weekend van de korte keten, zowel voor producenten als consumenten. Op www.weekendvandekorteketen.nl vind je activiteiten en adressen van boerderijverkooppunten, voedselbossen en stalletjes bij jou in de buurt. Ook zijn er leuke fietstochten gemaakt langs aanbieders in alle provincies.

Het eerste wat Huibert de Leede deed als kersverse programmamanager van Taskforce Korte Keten, was simpel: een rondgang maken langs ondernemers die actief zijn binnen de korte keten. “Ik vroeg me af wat de rol van de taskforce kan zijn, waar ondernemers hulp bij kunnen gebruiken. Daar kwam een vrij duidelijk antwoord op. Twee eigenlijk: ze kunnen veel hulp gebruiken bij marketing. Dus de bewustwording van de consument. Het idee van lokaal geproduceerd voedsel zit nog niet genoeg bij consumenten tussen de oren. Daarnaast hebben ze veel behoefte aan een goede lobby richting de overheid. Ze lopen tegen belemmerende wetgeving aan.”

Wouter van Wijk

Daarmee had De Leede gelijk ook zijn taakomschrijving te pakken. Want het was de laatste tijd een beetje stil rond de Taskforce Korte Keten. Dit terwijl het doel van de stichting nog steeds ontzettend actueel is: een regionaal, lokaal voedselsysteem bouwen door samenwerking tussen boeren en burgers.

De Leede: “De korte keten is voor een groot aantal boeren nu al relevant. Vijftien procent van de reguliere boeren en vijfentwintig procent van de biologische boeren halen een significant deel van hun inkomen uit de korte keten. In totaal zit het marktaandeel van de korte keten rond de drie procent. Dat is niet niks, maar het moet omhoog. We hebben als stip op de horizon dat vijfentwintig procent van al ons eten uit de korte keten zou moeten komen.”

Huibert de Leede

Die vijfentwintig procent komt niet zomaar ergens vandaan: “Het is gebaseerd op wat er regionaal echt kán. Tegelijk moet het ook. Momenteel is eten uit de korte keten duurder, omdat het veel kleinschaliger is. Je hebt schaalgrootte nodig om te concurreren op prijs. Dat gaat niet met drie procent, maar wel met vijfentwintig.”

Dat is een vervijfvoudiging. Is dat wel realistisch? “Het moet kunnen. Daar is wel één ding voor nodig: dat de overheid er echt achter gaat staan. We willen rond 2035 de overheid om hebben.” De reden is simpel, zegt hij: “Het is een enorm grote afnemer. Je hebt de overheid zelf, maar ook semi-overheid, universiteiten, scholen, gerechtsgebouwen, enzovoort.” De Leede verwacht dat de keten dan al zo is gegroeid, dat het systeem zelf verder kan groeien.

Of de politiek ervoor open staat, is nog wel de vraag, ziet hij. Het verschilt ook per provincie, gemeente, ministerie. “We konden in ieder geval al aanschuiven bij de gesprekken over het landbouwakkoord. Daar hebben we gevraagd om die vijfentwintig procent erin te zetten. Het belang hiervan werd onderstreept. Wel moet gekeken worden hoe dit georganiseerd kan worden binnen de huidige Europese wetgeving.”

Over de gevolgen van de politieke aardverschuiving met de opkomst van de BBB heeft De Leede nog niet een goed beeld. “Het kan zowel een kans als een beperking zijn. De BBB geeft aan dat ze verkoop in eigen regio belangrijk vinden. Ik wil daar graag over met ze in gesprek. De focus van BBB is gericht op het verdienmodel van boeren, dat hoeft elkaar niet te bijten. De korte keten moet een boer ook meer opleveren dan wanneer ze het aan FrieslandCampina leveren. Als ik zelf bij de boer een liter melk tap, brengt dat een euro op voor de boer. Bij FrieslandCampina is dat zesenvijftig cent. Niet eens heel slecht, maar een euro is meer. Boeren in de korte keten draaien soms minder omzet, maar houden onder de streep meer over.”

Momenteel gaat de discussie natuurlijk over stikstof en klimaatproblemen. Maar juist daarin ziet De Leede ook een kans: “De korte keten is een deel van de oplossing. Er spelen drie issues. De verwijdering tussen boer en burger. Het verdienmodel van de boer en het verduurzamen van de boerderij. Bij alle drie kan de korte keten een deel van de oplossing zijn.” Alleen moet er wel iets met de voedselprijzen gebeuren: “Zolang de kosten van CO2-uitstoot en andere vervuiling niet meegenomen worden in de prijs, zal het lastig concurreren zijn. True Pricing is daarom heel belangrijk. Zonder komen we ook een heel eind naar die vijfentwintig procent, maar het zou wel enorm helpen.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

We konden er de afgelopen dagen niet omheen: de Boer Burger Beweging heeft een mega-overwinning geboekt. De partij van Caroline van der Plas doet haar naam eer aan: de Nederlandse boeren en burgers zijn in beweging gekomen. Een bijzondere prestatie, gefeliciteerd! Maar…

Marja van der Ende

Hoewel boeren voorop staan bij BBB en ik boeren uiteraard een warm hart toedraag, ging mijn stem bij deze verkiezingen naar een andere partij. Eentje die meer natuurgericht is, een tegenstander van de intensieve landbouw. In de kieswijzer had ik er op alle onderwerpen de meeste overeenstemming over de toekomst van mijn leefomgeving mee. Maar vooral heb ik mijn gevoel laten spreken bij het uitbrengen van mijn stem.

Schrijven en praten over politiek heb ik al moeilijk gevonden sinds ik me kan heugen. En kiezen op wie ik stem al helemaal. Het is een onderwerp dat me onvoldoende boeit om me erin te verdiepen en veel weerstand geeft. Hoe belangrijk het ook is, het lukt me gewoon niet om mezelf in beweging te zetten om partijprogramma’s te lezen. Mijn weerstand komt vooral door het hoge gehalte mooipraterij, terwijl in het verleden al vaak is gebleken dat er van die mooie beloften niets terecht kwam.

Op de website bbbedankt de BBB de kiezers

Klok, klepel

Hoewel dat precies is waarom BBB zo groot is geworden, past die partij niet bij mij. Over BBB schrijven voelt daarom als een gevalletje ‘klok en klepel’. Ik weet eigenlijk amper waar ze voor staan. Wie zijn ze eigenlijk? Wie zijn ze werkelijk? Wat zijn hun achtergronden, visies en beweegredenen? Op welke manier speelt ‘het grote geld’ een rol binnen hun beweging? Wat gaan ze daadwerkelijk doen voor de kleinere boeren die biologisch, biodynamisch, ecologisch, natuurinclusief boeren?

Dat zie je ook aan andere stemmers. Veel kiezers hebben niet per sé volmondig vóór BBB gestemd, het was vaak een stem tegen het huidige kabinet. De uitzending van EenVandaag van 16 maart gaf dat goed weer. Mensen benoemden, naast de proteststem, dat ze de praatjes van de coalitiepartijen zat zijn, dat er een kloof zit tussen de zittende regering en de burger en dat ze zo meer invloed hebben op de Eerste Kamer en dus ook de stikstofwet. “BBB geeft een frisse blik in dit totaal vastgelopen land”, is het bredere sentiment dat gehoord wordt.

Ondanks de winst van BBB hebben veel mensen toch op andere partijen gestemd, omdat ze voelen dat er iets ontbreekt of scheef zit in het partijprogramma van BBB. Een man uit Overijssel geïnterviewd door EenVandaag, zelf boerenzoon, verwoordt het duidelijk: “Ik ben hartstochtelijk voorstander van goeie boeren en goeie bedrijven, maar die moeten dan wel zoveel mogelijk de biologische uitgangspunten hanteren. Als dat iets nadrukkelijker in hun programma had gestaan, was ik er veel geruster op.” Eens!

En dan is er ook nog een luis in de pels die veel kiezers juist tegenhield om op BBB te stemmen: BBB is bedacht en opgericht binnen de muren van het reclamebureau dat onder meer agroreuzen als Bayer, Agrifirm en Vion bedient. De fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in de Eerste Kamer noemt de BBB een ‘Trojaans paard’ in zijn artikel op de website van BNN Vara, daags voor de verkiezingen gepubliceerd.

Ook in het interview op deze site met Caroline van der Plas leek het niet alsof ze nou heel erg op de kleine en natuurgerichte boeren gericht is. Het zal dus moeten blijken wat de invloed van BBB op de verdere ontwikkeling van de korte keten zal zijn. Niet alleen (mooie) woorden spreken, maar ook krachtige daden laten zien en impact hebben op de keuzes van mensen, dat verder gaat dan alleen naar de stembus lopen om op BBB te stemmen.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

In minder dan een jaar tijd opende Oogst, een Leidse winkel zonder personeel met grotendeels lokale producten, dit weekend een tweede winkel in Woerden en staat een derde op stapel in Haarlem. Waar komt dit snelle succes vandaan?

Kees Vermeer

Fennie Lansbergen

Initiatiefneemster is Fennie Lansbergen. Voorheen werkte ze bij Enviu, dat duurzame bedrijven bouwt in met name Afrika. Zo had ze veel contact met boeren in Kenia. “We wilden hen helpen om veerkrachtiger te worden met het oog op klimaatverandering. Zo ontstond mijn interesse in regeneratieve landbouw. Ik denk dat dat veel kan bijdragen aan het oplossen van crisissen die we nu wereldwijd meemaken. Ik wilde mijn kennis daarom ook gaan toepassen in Nederland en ben met enkele boeren gaan samenwerken om na te gaan wat zij nodig hebben om een transitie naar duurzaamheid te maken.” Ze zag dat de afstand tussen milieubewuste consumenten en natuurinclusieve boeren nog te groot was. Oogst moet die overbruggen.

Lansbergen kwam in contact met Johannes Regelink van Burgerboerderij De Patrijs bij Lochem. Die had het idee om zijn producten in vijf onbemande winkels rond de boerderij te verkopen. Lansbergen deed daar marktonderzoek voor en werd zelf ook enthousiast voor het idee. Met Regelink werkte ze dat verder uit en zo ontstond Oogst, met boeren als franchisenemer van een winkel. “We helpen boeren om het zelf, of samen met anderen te realiseren”, zegt Lansbergen. “De eerste Oogstboer is Joost van Schie, boer en kaasmaker in Warmond. Inmiddels is hij aan boord gestapt van Oogst als medeoprichter. We bouwen het nu samen uit.” Dit weekend opende in Woerden een tweede Shop-winkel, met melkveehouder Ramona Schalkwijk van Bloemenweidemelk in Montfoort als franchisenemer. De derde winkel komt in Haarlem. “Daar werken we met onderneemster Femke Prins als franchisenemer, we zijn nu op zoek naar een geschikt winkelpand.” Voor Woerden en Haarlem loopt tot eind april nog een crowdfunding.

App in plaats van personeel

In de winkels kunnen mensen terecht voor groenten, fruit, zuivel, vlees en eieren van lokale natuurinclusieve boeren. Winkelen gaat met behulp van de Oogstapp. Daarmee kunnen klanten de winkeldeur openen, de producten intikken die ze meenemen en afrekenen met iDeal. In de app is ook een voorraadsysteem ingebouwd voor de franchisenemer, die de logistiek en de bevoorrading doet. Zij gaan daarvoor regelmatig op pad langs de lokale boeren die de producten leveren. “Rond Leiden zijn dat er zo’n twaalf”, laat Lansbergen weten. “We hanteren een straal van ongeveer 25 kilometer rond de winkel. We verkopen dus echt lokale producten. Dat is ook praktisch voor de franchisenemer, omdat die de producten bij de meeste boeren ophalen.”

Fennie Lansberen en medeoprichter Joost van Schie

Met een winkel zonder personeel loop je het risico op diefstal, maar daar is Lansbergen niet zo bang voor. Ze gaat uit van ‘goed vertrouwen’, en daarbij weet Oogst wie er wanneer in de winkel is. Ook hangen er een paar camera’s. Ze laat weten dat het in Leiden erg goed gaat, mensen vinden het juist ook erg leuk dat er vertrouwen wordt geschonken. Bovendien denkt ze dat het probleem een stuk minder aanwezig is omdat veel mensen ook juist voor de boer komen.

Meerwaarde

Veel boeren hebben al een boerderijwinkel om hun producten rechtstreeks aan de klant te verkopen. Wat is voor hen de meerwaarde van Oogst? “Hoewel de meeste van onze deelnemende boeren inderdaad een boerderijwinkel hebben, gaat het daar vaak om kleine volumes”, licht Lansbergen toe. “De boeren moeten het overgrote deel van hun productie nog steeds aan groothandels leveren. Wij streven naar een relevante afzet voor een boer. En wij gaan voor een goede prijs, sowieso een hogere prijs dan van de groothandel. Groot voordeel voor onze boeren is dat wij de producten bij hen ophalen. In veel concepten voor de korte keten moeten boeren zelf rijden, wat hen veel tijd kost. Bovendien is het onze ambitie om in een plaats of regio meer winkels te openen, met producten van dezelfde boeren. Dat vergroot hun afzetmogelijkheden.”

De eerste Oogst winkel in Leiden

Daarnaast wil Lansbergen op deze manier ook een podium geven aan pionierende boeren: “Velen doen heel mooi werk zonder dat veel mensen daarvan weten. Bij ons krijgen zij een goede prijs voor hun producten en bovendien geven wij hen publiciteit. Met een nieuwsbrief vertellen we aan klanten hoe de boeren werken, welke keuzes zij maken en hoe de producten worden gemaakt.”

Gemak

Lansbergen hoort veel goede reacties over Oogst. De boeren vinden het erg leuk dat hun producten nu ook in de stad te koop zijn. Zij merken dat dat uitstraling heeft naar hun winkel. ”En klanten waarderen de duurzame en lokale opzet. Zij ervaren het gemak dat zij nu lokale producten dicht bij huis kunnen kopen. Bovendien vinden veel mensen het interessant om de verhalen achter de producten te lezen in onze nieuwsbrief. We horen dat velen al op zoek waren naar een opzet zoals van ons. Dus Oogst sluit aan bij een behoefte.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Hoewel het in de landelijke politiek en de landelijke media veel over de Eerste Kamer gaat, zijn de komende verkiezingen voor de provincies en waterschappen erg belangrijk voor de natuur, het milieu en boeren in de directe omgeving. Op dat gebied wordt er bij provincies en waterschappen veel beslist. Waar en hoe worden boeren mogelijk uitgekocht vanwege de stikstofmaatregelen? Waar en hoe wek je meer duurzame energie op? Hoe hoog staat het grondwater? Er valt echt wat te kiezen, blijkt uit een rondje langs digitale stemwijzers.

Het aantal stemwijzers verschilt per provincie. Koploper is Zuid Holland met tien (!) stemwijzers. Zo is er een algemene wijzer van Mijnstem en maakte Kieskompas er een voor het zuiden van de provincie én een voor het noorden. Wie een groene kijk op de materie wil, kan terecht bij het Groene Kieskompas van de Natuur en Milieufederatie Zuid Holland (ook een van de initiatiefnemers van deze website en de Kortste Weg). Daarnaast zijn er zes stuks voor de zes waterschappen die actief zijn in de provincie.

Landelijk stemgedrag

Dat de verschillen tussen partijen groot zijn, wordt snel duidelijk als je ze invult. Zeker als het over landbouw en natuur gaat. Niet verrassend gaan ook op provinciaal niveau Partij voor de Dieren, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie het meest voor een groene wereld en natuurlijk boeren. PVV, JA21 en Forum scoren het minst groen, gevolgd door VVD en CDA. Dat volgt in grote lijnen het landelijke beeld, waarvan Kiesklimaat.nl het stemgedrag op landelijk niveau in kaart bracht.

Op de stemwijzers moet de kiezer aangeven in hoeverre die het eens is met stellingen als:  “Megastallen verbieden”,  “Boeren extra subsidie geven om te verduurzamen” en “Om de natuur in het Groene Hart te beschermen moet het waterpeil omhoog, ook als boeren daar last van hebben” Op basis daarvan berekent de website welke partij het dichtst bij de antwoorden van de gebruiker ligt.

Meer of minder groene partijen

Het Groene Kieskompas doet het iets anders. De makers legden partijen die vier jaar geleden meededen stellingen voor als: “Door de provincie verleende subsidie als voorwaarde moet hebben dat er geen gebruik mag worden gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen.” en “In de buurt van kwetsbare en stikstofgevoelige gebieden (Natura 2000) nieuwe vestiging van landbouwbedrijven via provincie omgevingsverordening worden uitgesloten.” Op basis van de antwoorden ontstaat een handig overzicht met per partij een al dan niet groen plaatje.

Waterschappen zijn vaak een ondergeschoven kindje bij verkiezingen, iets wat niet terecht is als je kijkt naar landbouw en natuur. De waterschappen beschermen niet alleen de dijken, maar beslissen ook over de hoogte van het grondwaterpeil; erg belangrijk voor zowel boeren als natuur. Met vaak een tegengesteld belang. Ook spelen ze een rol in bijvoorbeeld het openstellen van de natuur voor recreatie.

De stemwijzers voor alle 21 waterschappen van Nederland vindt u hier, een overzicht van de provinciale stemwijzers en kieshulpen staat hier, met als bonus een overzicht van de landelijke partijprogramma’s.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Een paar jaar geleden was ik op een bijeenkomst van een netwerk gericht op voedselinnovaties. Er werden kleine hamburgers uitgedeeld om te proeven, niet van vlees maar gemaakt van krekels. Ik heb vriendelijk overgeslagen. De gedachte alleen al dat ik een insect in mijn mond zou stoppen, deed me walgen. De bietenburger vond wel de weg naar mijn mond. In een notendop is dat wat er met mij gebeurt als het gaat over voedselinnovaties. Niet alles is een verbetering.

Marja van der Ende

Zo verleende de Europese Unie toestemming om krekelpoeder te stoppen in brood, koekjes, pasta en nog meer producten, als vervanging voor tarwe. Social media ontplofte met waarschuwingen. Zo zou de stof chitine schadelijk kunnen zijn voor onze gezondheid. Het zou een voedingsbodem voor schimmels, parasieten en zelfs kanker kunnen zijn. Inmiddels ligt de storm weer en zijn deze beweringen allang door officiële instanties ontkracht en zijn drie insecten goedgekeurd voor consumptie: de huiskrekel, migrerende sprinkhaan en meelworm. Toch staat het idee me niet aan.

Vleesvervangers al op hun retour?

Ook trok een artikel over vleesvervangers mijn aandacht: “Fake meat was supposed to save the world. It became just another Fad”. Samengevat wordt in dit artikel omschreven hoe de miljardeninvesteringen in de markt van vleesvervangers in de VS hun winsten niet opbrengen omdat de consument er minder van koopt en geclaimde gezondheidseffecten blijven uit. Nu gaat dat vooral over de grote jongens als Beyond Meat en Impossible, maar toch.

De weerstand tegen ultrabewerkt voedsel wordt steeds groter, zo lijkt het. Er moet wel een markt zijn om een innovatie tot een succes te maken. Als deze weerstand groter wordt, worden vleesvervangers en producten waar insectenmeel aan toegevoegd is, vermoedelijk niet of onvoldoende gekocht om bestaansrecht voor de producent te behouden.

Het einde voor de kortste weg?

Betekenen deze ontwikkelingen in de toekomst het einde voor de kortste weg? Worden boeren en tuinders straks vervangen voor laboratoria en kweekvijvers waar van ‘de natuur haar werk laten doen’ geen sprake meer is? Ik hoop het uiteraard niet!

In mijn optiek is de kortste weg, de lokale voedselproducent, juist dé oplossing voor veel uitdagingen in voedselland. Innoveren door terug te kijken. De groeiende behoefte van de consument om te weten waar het voedsel vandaan komt en hoe het geteeld wordt, bepaalt de toenemende keuze voor lokaal geteeld voedsel. De boeren en tuinders en sectorgenoten die de afgelopen jaren zoveel geld geïnvesteerd hebben in het ontwikkelen van hun bedrijven om duurzamer te produceren, hebben de wijsheid in pacht om de mens te voeden met pure producten.

Mijn hoop is dat meer boeren aan natuurinclusieve en biologische landbouw doen en de veeteelt ingezet wordt om de lokale bevolking te voeden (in plaats van het merendeel te exporteren naar het buitenland). En dat meer consumenten de weg naar de lokale voedselproducent en naar hun eigen keuken terugvinden.

Stoppen met bewerkte voeding

Mijn weerstand tegen bewerkte voeding is al jaren groot en ik beperk de inname tot een minimum en uitsluitend tot biologische varianten. Intussen komen ook steeds meer onderzoeksrapporten naar buiten waarin verbanden tussen ultrabewerkte voeding en obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker zijn aangetoond.

Zelf bereiden is nog altijd het beste alternatief voor bewerkt voedsel. De soep in zak is bij ons al jaren geleden vervangen voor verse huisgemaakte soep. We eten inmiddels sterk geminimaliseerde porties vlees en slaan regelmatig een dag vlees over door een grote kom vegetarische soep of salade met uitsluitend kaas of ei erin te nuttigen. Veganistisch eten geeft mij nog steeds te veel weerstand door de angst voor tekorten aan essentiële voedingsstoffen.

Omdat mijn leven niet meer gericht is op gemak, kan ik minder ultrabewerkte producten eten. Ik heb meer tijd om voedsel zelf te bereiden. Mijn goede voornemen voor dit jaar is om weer een paar bewerkte producten van het lijstje, die ik nu nog bij een natuurvoedingswinkel of ambachtelijke bakkerij koop, zelf te maken. Dan denk ik aan bijvoorbeeld mayonaise en bouillon, brood en granola. Niet omdat ik de ingrediënten niet vertrouw, maar omdat ik dan nog beter weet wat erin zit en waar het vandaan komt. En hoe het geproduceerd wordt, omdat ik het via de kortste weg koop en zelf bereid.

Ons lichaam verwerkt ‘puur natuur’ toch het beste, dus daar kies ik voor! Doe je mee?

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!