Zorg voor onze boeren! En voor de voedingswaarde!

Het is woensdag 7 juli, de tractoren trekken weer naar het Malieveld. Ook in Den Bosch, Arnhem, Zwolle en Assen zijn demonstraties van boeren. Weer een poging om de beleidsmakers wakker te schudden en op andere gedachten te brengen. Aanleiding is een stikstofrapport, dat het stof drastisch heeft doen opwaaien. De veehouderij moet flink krimpen en de grootste uitstoters van stikstof in de landbouw moeten worden uitgekocht. Land dat vervolgens vermoedelijk vol gebouwd zal worden met zonnepanelen en woningen. 

Marja van der Ende

Wat doet dat met de productie van ons lokale voedsel? Kan ik straks niet meer dichtbij terecht voor het eten op mijn bord? Ik maak me er zorgen om. Als niet-agrariër snap ik weinig van wat er gebeurt. Boeren zien door de bomen het bos niet meer in het woud van stikstofquota. Zelfs biologische boeren en boeren die veel geïnvesteerd hebben in innovaties om stikstofuitstoot te reduceren, zouden in Brabant, Gelderland en Overijssel moeten verdwijnen om aan de ambitie van de regering te voldoen. 

Als fietsende consument maak ik me zorgen om het eten dat straks op mijn bord ligt. Komt dat nog wel van dichtbij? Als orthomoleculair geschoold therapeut en bewuste consument maak ik me zorgen om nog een ander aspect, wellicht nog veel belangrijker: de voedingswaarde van dat eten op mijn bord. Bevat dit nog wel voldoende vitamines en mineralen, als het niet meer van dichtbij komt?

Minder vitamines en mineralen

De eerste Schijf van Vijf, uit 1953

Toen ik in 2007 de opleiding orthomoleculaire voedingsleer volgde, leerden we dat het voedsel toen al veel minder vitamines en mineralen bevatte dan 20 jaar daarvoor, de tijd waarin de ‘Schijf van Vijf’ werd bepaald. Door massaproductie, kunstmest en pesticiden raakt de bodem waarop voedsel groeit, steeds verder verarmd. Het voedsel bevat daardoor minder stoffen die we zo hard nodig hebben om gezond te zijn en blijven. En meer stoffen die ons lichaam niet meer kan afbreken, waardoor ziektes ontstaan.

Toen ik in 2017 startte met fietsen voor m’n eten bij lokale voedselproducenten, merkte ik al gauw dat ik sneller verzadigd was van het lokale eten en dus minder eten nodig had. Dit is niet met wetenschappelijk onderzoek onderbouwd, maar het lijkt een gevolg van een hogere voedingswaarde, doordat lokaal voedsel verser is. Als een vrucht een lange weg aflegt, verandert de voedingswaarde. 

Het is zonneklaar dat een tomaat die diezelfde ochtend geplukt is, nog veel meer voedingsstoffen bevat dan een tomaat die uit Spanje vandaan is gereisd en een week later pas in de winkel te koop is. Dat de vrucht er hetzelfde uitziet en dezelfde hoeveelheid eiwitten, koolhydraten en vetten bevat als de lokaal geteelde vrucht, zegt nog niets over de hoeveelheid vitamine C, B6, D, B12, ijzer, magnesium, calcium, kalium en natrium in de vrucht. Daarnaast kennen we ook nog de term ‘levenskracht’ van voeding: die tomaat leeft nog steeds, ook al is hij eerder van zijn toestroom van levenssappen afgeplukt. Welk effect heeft die levenskracht op ons eigen lichaam als we die vers geplukte of die buitenlandse tomaat eten? 

Voedsel en voeding zijn dus twee verschillende zaken. Bij de term voedsel wordt gesproken over voedselproductie, voedselveiligheid en duurzaamheid. Het woord voeding gaat veel meer over de vraag hoe we gezond blijven door bepaalde producten, die op een bepaalde manier geproduceerd zijn, te eten. De manier waarop voedsel geproduceerd en vervoerd wordt, heeft dus wel invloed op de uiteindelijke voeding op ons bord. Wordt het voeding of vulling?

Voedingswaarde

Wat mij steeds opvalt als ik me in voedselproductie-netwerken begeef, is dat er weinig wordt stilgestaan bij de voedingswaarde en levenskracht van het voedsel. Om aan al die overheidsregels te voldoen en de gedane investeringen terug te verdienen, lijkt slechts één doel voor ogen: veel productie. En voor veel productie heb je veel land nodig. En laten we niet vergeten dat er veel voedsel geëxporteerd wordt naar het buitenland. De motor van onze landbouweconomie, maar uiteindelijk wellicht funest voor onze boeren in dit aangescherpte stikstofbeleid. Slechts een handjevol boeren durft in de natuurinclusieve landbouw of biodynamische teelt te stappen. Om vervolgens nu te horen dat ook zij uitgekocht dreigen te worden….

Tomaten op transport

Wat als al ons voedsel lokaal geproduceerd en lokaal verkocht wordt? Als we uitsluitend zelfvoorzienend worden, stoppen met importeren en exporteren en alles wat we dagelijks nodig hebben, gewoon uit Nederland komt? Hoeveel land hebben we dan nodig? Wat doet dit met onze economie? Met de bodem? Met de boeren en tuinders in Nederland? Met onze gezondheid?

De beweging richting 100% lokaal is een beweging die door de consument ingezet kan worden. De bewuste voedselproducent beweegt mee met de behoefte van die bewuste consument. Als de beleidsmakers vervolgens dichterbij kijken welke effecten dit heeft op de regionale stikstofuitstoot, is uitkopen wellicht niet nodig, maar anders inrichten de juiste weg. Misschien een weg met een lange adem, maar met één doel: behoud van de kortste weg naar de lokale boeren en telers. 

Utopie of nieuwe werkelijkheid? De toekomst zal het ons leren. 

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!