De Kortste Weg

Zaterdag 20 mei, tijdens het Weekend van de Korte Keten, rijdt er door Rotterdam een aardappelkaravaan. Boer Jeroen Klompe uit Mijnsheerenland geeft in samenwerking met de voedseldistributeurs van Rechtstreex 5.000 kilo van zijn lekkerste aardappels weg. Klompe wil Rotterdammers laten proeven hoe goed eten van een gezonde bodem smaakt. En zo meer mensen enthousiast maken over eten uit de lokale keten.

Kees Vermeer

De echte Hoeksche Rooie

De bewuste aardappel, de zogenaamde Hoeksche Rooie, teelt Klompe al tien jaar. Met de aardappelkaravaan kunnen Rotterdammers er nu gratis mee kennismaken. Klompe wil met de actie uitdragen dat iedereen met alledaagse zaken, zoals boodschappen, kan bijdragen aan een positieve verandering. Want boeren staan onder druk om te produceren tegen een steeds lagere prijs. Dat leidt tot verlies van bodemgezondheid, biodiversiteit en kwaliteit van producten. De boodschap van de actie: een duurzamer voedselsysteem is hoognodig en dat lukt alleen als consumenten meedoen. Consumenten kunnen helpen om het tij te keren door vaker te kiezen voor hoogwaardige, lokaal geproduceerde producten.

Maarten Bouten van Rechtstreex: “In coronatijd zagen we een piek in interesse voor lokale en duurzame producten. Maar in deze tijden van hoge inflatie kiezen mensen weer vaker voor goedkopere producten uit de supermarkt. Die zijn meestal niet op een verantwoorde manier geproduceerd. En dat terwijl het allang duidelijk is dat het anders moet. In de landbouw is het momenteel volop crisis. De urgentie voor verandering wordt steeds groter.”

Klompe verbouwt op zijn kleigrond in de Hoeksche Waard verschillende gewassen: Hoeksche Rooie aardappelen, Pink Onions en sjalotten, peulvruchten en quinoa. De focus ligt op duurzame landbouw en een gezonde bodem. Hij is ervan overtuigd dat een gezonde bodem de basis is voor gezonde producten, gezonde mensen en uiteindelijk een gezondere wereld. Hij gelooft in de kracht van bewuste consumenten, die samen via de lokale voedselketen het verschil kunnen maken. Onder zijn mantra ‘een gezonde bodem, plant, product én mens’ is hij als pionier duurzamer gaan telen. Hij wil de consument laten zien dat het ook echt anders kan.

Jeroen Klompe

Daarom werkt Klompe al jaren samen met Rechtstreex om zijn producten en die van andere vooruitstrevende boeren uit de omgeving in de stad te krijgen. Bij Rechtstreex gaan inkomsten vanuit boodschappen zonder onnodige tussenschakels direct naar de boer, zodat die kan werken met oog voor landschap, dier en natuur. De aardappelen uit Mijnsheerenland zijn al jaren favoriet bij Rechtstreex-klanten.

Maarten Bouten kijkt uit naar de actie. “We kunnen zo nog veel meer mensen enthousiast maken over eten uit de lokale keten. Bovendien is Jeroens manier van akkerbouw niet alleen duurzamer, maar smaakt het product ook veel beter. Kom het zelf maar proeven!’ 

Maarten Bouten

De aardappelkaravaan op zaterdag 20 mei heeft drie stops: Erasmusbrug (14.00-14.45 u), Beurs (15.00-15.30 u) en de lokale Oogstmarkt op het Noordplein (16.00-17.00 u). De locaties zijn makkelijk te herkennen aan onder andere spandoeken. Wees er snel bij, want op = op!

Voor alle Rechtstreex-klanten is er een aparte actie: iedereen die tussen 23 en 28 mei een bestelling afhaalt of bestelt, krijgt een kilo aardappelen gratis.

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het eerste wat Huibert de Leede deed als kersverse programmamanager van Taskforce Korte Keten, was simpel: een rondgang maken langs ondernemers die actief zijn binnen de korte keten. “Ik vroeg me af wat de rol van de taskforce kan zijn, waar ondernemers hulp bij kunnen gebruiken. Daar kwam een vrij duidelijk antwoord op. Twee eigenlijk: ze kunnen veel hulp gebruiken bij marketing. Dus de bewustwording van de consument. Het idee van lokaal geproduceerd voedsel zit nog niet genoeg bij consumenten tussen de oren. Daarnaast hebben ze veel behoefte aan een goede lobby richting de overheid. Ze lopen tegen belemmerende wetgeving aan.”

Wouter van Wijk

Daarmee had De Leede gelijk ook zijn taakomschrijving te pakken. Want het was de laatste tijd een beetje stil rond de Taskforce Korte Keten. Dit terwijl het doel van de stichting nog steeds ontzettend actueel is: een regionaal, lokaal voedselsysteem bouwen door samenwerking tussen boeren en burgers.

De Leede: “De korte keten is voor een groot aantal boeren nu al relevant. Vijftien procent van de reguliere boeren en vijfentwintig procent van de biologische boeren halen een significant deel van hun inkomen uit de korte keten. In totaal zit het marktaandeel van de korte keten rond de drie procent. Dat is niet niks, maar het moet omhoog. We hebben als stip op de horizon dat vijfentwintig procent van al ons eten uit de korte keten zou moeten komen.”

Huibert de Leede

Die vijfentwintig procent komt niet zomaar ergens vandaan: “Het is gebaseerd op wat er regionaal echt kán. Tegelijk moet het ook. Momenteel is eten uit de korte keten duurder, omdat het veel kleinschaliger is. Je hebt schaalgrootte nodig om te concurreren op prijs. Dat gaat niet met drie procent, maar wel met vijfentwintig.”

Dat is een vervijfvoudiging. Is dat wel realistisch? “Het moet kunnen. Daar is wel één ding voor nodig: dat de overheid er echt achter gaat staan. We willen rond 2035 de overheid om hebben.” De reden is simpel, zegt hij: “Het is een enorm grote afnemer. Je hebt de overheid zelf, maar ook semi-overheid, universiteiten, scholen, gerechtsgebouwen, enzovoort.” De Leede verwacht dat de keten dan al zo is gegroeid, dat het systeem zelf verder kan groeien.

Of de politiek ervoor open staat, is nog wel de vraag, ziet hij. Het verschilt ook per provincie, gemeente, ministerie. “We konden in ieder geval al aanschuiven bij de gesprekken over het landbouwakkoord. Daar hebben we gevraagd om die vijfentwintig procent erin te zetten. Het belang hiervan werd onderstreept. Wel moet gekeken worden hoe dit georganiseerd kan worden binnen de huidige Europese wetgeving.”

Over de gevolgen van de politieke aardverschuiving met de opkomst van de BBB heeft De Leede nog niet een goed beeld. “Het kan zowel een kans als een beperking zijn. De BBB geeft aan dat ze verkoop in eigen regio belangrijk vinden. Ik wil daar graag over met ze in gesprek. De focus van BBB is gericht op het verdienmodel van boeren, dat hoeft elkaar niet te bijten. De korte keten moet een boer ook meer opleveren dan wanneer ze het aan FrieslandCampina leveren. Als ik zelf bij de boer een liter melk tap, brengt dat een euro op voor de boer. Bij FrieslandCampina is dat zesenvijftig cent. Niet eens heel slecht, maar een euro is meer. Boeren in de korte keten draaien soms minder omzet, maar houden onder de streep meer over.”

Momenteel gaat de discussie natuurlijk over stikstof en klimaatproblemen. Maar juist daarin ziet De Leede ook een kans: “De korte keten is een deel van de oplossing. Er spelen drie issues. De verwijdering tussen boer en burger. Het verdienmodel van de boer en het verduurzamen van de boerderij. Bij alle drie kan de korte keten een deel van de oplossing zijn.” Alleen moet er wel iets met de voedselprijzen gebeuren: “Zolang de kosten van CO2-uitstoot en andere vervuiling niet meegenomen worden in de prijs, zal het lastig concurreren zijn. True Pricing is daarom heel belangrijk. Zonder komen we ook een heel eind naar die vijfentwintig procent, maar het zou wel enorm helpen.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Bijna was Sebastiaan Bos (54) agrarisch ondernemer van het jaar. Zijn biologische groentekwekerij in Katwijk, die wekelijks tussen de 3.200 en 3.500 groente- en fruitpakketten aan huis bezorgt, was een van de vijf genomineerden door vakblad De Boerderij. Hij vindt het eervol om een geslaagd voorbeeld voor de sector te zijn. Dat had hij 26 jaar geleden, toen hij ‘zonder bezit, maar met een hoop passie’ begon, niet durven dromen.

Marijn Kramp

Zongebruinde medewerkers schoffelen tussen rijen groenten. Her en der staan grote, witte tunnelkassen. Een paar schuren en loodsen complementeren de biologische kwekerij Kievit. Je waant je bijna in het buitengebied. Bijna, want wie zijn blik wat hoger richt, ziet flats en een drukke provinciale weg. De kwekerij staat in de bebouwde kom van Katwijk, in de wijk Zanderij. Een van de medewerkers wijst de weg naar eigenaar Sebastiaan Bos. ‘Hij is daar ergens’, gebaart hij naar het hoge maïs, terwijl hij hard ‘Sebastiaan’ roept. Het maïs begint te bewegen. Een man duwt de groene stengels en bladeren opzij en wurmt zich er tussenuit.

Sebastiaan Bos

Met grote passen komt Sebastiaan Bos (54) aanlopen. Een ferme handdruk gevolgd door een weids gebaar naar de rijen groenten. ‘Mooi hè, allemaal biologisch gekweekt’, zegt hij trots. Ze worden in pakketten verkocht én thuisbezorgd. Elke week pakken zijn medewerkers zo’n 3.200 tot 3.500 biologische groentepakketten in. Dat gebeurt in een loods even verderop op een bedrijventerrein, vertelt Bos. Van daaruit vertrekken ook de busjes die de pakketten in de wijde omgeving – grofweg van Haarlem tot en met Den Haag – aan huis bezorgen. Al pratend beent Bos over het tuinpad. Hij is bijna niet bij te houden. Een houten brug verbindt de twee tuinpercelen. Eronder een brede sloot. ‘We hebben gelukkig geen watergebrek. Maar de hitte van afgelopen zomer heeft er wel ingehakt. Stugger blad, kleinere vruchten… Toch, we mogen niet klagen. Het is elders in het land veel erger.’

Echte fans

De tuin staat er mooi bij, maar het viel niet mee om dat voor elkaar te krijgen, vertelt Bos. ‘Ik dacht, toen we dit perceel vier jaar geleden kregen toegewezen, dat het wel goed zat met de grond. Er was namelijk ooit eerder op getuinierd, het lag alweer een tijd braak en er was voldoende water. Allemaal omstandigheden waardoor ik goede hoop had. Maar de grond bleek helemaal kapot. Er zit een onverwoestbaar onkruid in waar we vier jaar na dato nog steeds aandacht aan moeten besteden.’

Bos gebruikt plantaardige stikstof: maaisel uit natuurgebieden, waarmee hij de grond verbetert. ‘We kweken dus niet alleen biologische groenten, maar maken ook de grond weer gezond. En dat lukt. De grond is nu al een stuk donkerder dan de zandkleur van toen we net begonnen.’ Voor Bos ging met de 1,7 hectare grond in Katwijk een lang gekoesterde wens in vervulling. ‘Toen ik mijn bedrijf begon, 26 jaar geleden, was dat namelijk mijn plan: direct voor een klantenkring biologische groente telen en die in pakketten aan huis leveren. De eerste twee jaar ging dat goed. We huurden een stuk grond van iemand en al snel leverden we groentepakketten aan huis. Maar toen liep de huurovereenkomst spaak, doordat de plannen van de grondeigenaar niet overeenkwamen met die van ons.’

Toen Bos de grond kwijtraakte, wilde hij zijn bedrijf opdoeken. ‘Voor mij was die eigen tuin waarin wij de groenten kweekten, het hart van de zaak. Ik kon dat niet los zien van de biologische groentepakketten.’ Maar daar dachten zijn klanten anders over. Die wilden wekelijks hun biologische groente. ‘Zij drongen erop aan dat wij doorgingen met leveren. Dus toen zijn we biologische pakketten gaan maken met andermans biologische groenten.’

Mond-tot-mondreclame

Sla uit de foliekas

Dat klinkt simpeler dan zelf telen, maar dat was het niet. ‘Die hele logistiek, zorgen dat alles er op tijd is, dat het gevarieerd genoeg is en dat we de pakketten het hele jaar rond bij de klanten kregen, bleek veel lastiger dan ik dacht. We gingen bijna failliet. Toen ben ik gaan puzzelen op de logistiek. Ik vond dat ik dat veel beter in de vingers moest krijgen. Daar heb ik een flink aantal jaar over gedaan.’ Intussen groeide het bedrijf door. ‘Gewoon via mond-tot-mondreclame. We hadden nog geen website ofzo. Dat kwam pas later. We onderhielden contact met onze klanten via een nieuwsbrief. Daarin schreven we ook over de leuke dingen die we meemaakten. En zo werden steeds meer klanten echte fans.’

Het bedrijf kwam in rustiger vaarwater en bleef in de jaren erna gestaag doorgroeien. Maar het gebrek aan land bleef knagen, vertelt hij. Helemaal toen hij een collega-tuinder hielp met gezamenlijke teelten. ‘Ik ging toen al richting de vijftig en iedereen vond mij al te oud voor dat fysieke werk. Maar ik stond daar toch lekker te harken!’ Dus toen hij hoorde dat de gemeente Katwijk percelen grond beschikbaar stelde voor bedrijven met maatschappelijke waarde, greep hij zijn kans. Hij diende een aanvraag in en die werd gehonoreerd.

Koesteren

Bos mag nog zes jaar in de Duinvallei blijven van de gemeente. Dat geeft perspectief. Alhoewel… ‘Je moet er zoveel voor doen om gewoon je werk te kunnen doen. De regelgeving is killing. Dat is niet normaal. Biologische tuinbouw moet de toekomst zijn, maar met zulke extreme regelgeving en controle gaat dat echt niet lukken.’

De overheid zou bedrijven als het zijne juist moeten koesteren, vindt hij. Hij wijst op de jonge vrouw die verderop op haar knieën achteruit schuift, terwijl ze plantjes in keurige rijen poot. ‘Eerlijk werk in de buitenlucht. Zonder HR-management en corporate gedoe. Kantoormensen weten niet wat ze missen. Al die jongeren die zonder dat ze echt weten wat ze willen, het management of de communicatie in gaan. Dat vind ik zo zonde. Het is heerlijk op de tuin. En er is genoeg uitdaging. Als je de hele keten verzorgt, dus van kweken tot bezorgen, wordt broccoli poten een stuk interessanter.’ Hij kijkt op zijn horloge en roept naar de medewerkster. ‘Moet jij niet een keer lunchen?’ Nee, antwoordt ze. Ze maakt eerst liever even het bed af. Een medewerkster naar Bos’ hart. ‘Inzet vind ik belangrijk. Goed zijn voor het bedrijf. Beseffen dat je samen het bedrijf bent. Zoiets ontstaat niet vanzelf bij medewerkers. Dat moet je mensen leren. We sjokken hier bijvoorbeeld niet. We houden er graag tempo in. Schouders eronder, de beuk erin. Daar heb je wat aan in het leven. En als iemand na een paar dagen hard werken stram is geworden, dan vraag ik of hij of zij niet liever een dagje wil inpakken. Dan krijgt het lichaam even rust.’

Aan elkaar denken

Voor Bos valt dit allemaal onder de kernwaarde van zijn bedrijf: verbinden. ‘Verbinden met elkaar, met de klanten, met de natuur. Die kijk op het leven passen wij ook toe op onze werkzaamheden in de tuin en aan de inpaktafel. Wij leren mensen om aan elkaar te denken. Dus snij je de groente schoon af of zit er nog een hoop aarde aan, waardoor de inpakkers straks meer werk hebben? Ben je behulpzaam naar je collega’s? Pak je de groenten in op een manier die fijn is voor de klant? Dat is je verbinden. Daar draait ons bedrijf om. Niet om zaken als winstmaximalisatie ofzo.’

Ontdekken

Voedselpakket met Kievitamines

Mensen kansen geven en opleiden tot goede en betrokken medewerkers, dat staat bij Bos centraal. Zelf ontbeerde hij die hulp, vertelt hij. Zijn familie, die overigens niks had met landbouw of tuinieren, viel uit elkaar toen zijn vader plotseling overleed. Bos was toen zeventien. Die klap kwam hard aan. ‘Ik werd op mezelf teruggeworpen. Werd van school getrapt en mijn sociale netwerk viel uiteen. Ik stond er alleen voor en dat zette me uiteindelijk aan het denken. Wat vond ik zelf nou echt belangrijk? Waar wilde ik mijn leven aan wijden? En zo kwam ik uit bij biologische tuinbouw.’ Hij kijkt om zich heen. Naar de rijen groenten, de medewerkers, de schuren en de bloementuin. ‘En zie het resultaat na 26 jaar. We maken voeding die gezond is voor mens en natuur. Het is mooi en eerlijk werk.’ Bos betreurt het dat bij veel mensen kennis ontbreekt van de landbouw en gezonde voeding. ‘We zijn met zulke onbelangrijke dingen bezig. Als je op je sterfbed ligt en je leven overdenkt, hoe kijk je dan terug op al die uren dat je naar een scherm keek? Echt, ik gun het iedereen dat ze zichzelf tegenkomen. En dat ze ontdekken wat echt van waarde is.’

Met toestemming overgenomen uit Rabo & Co Leiden/Katwijk

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Dat er de komende decennia veel gaat veranderen op het boerenbedrijf, lijkt inmiddels een open deur. Door stikstofproblemen, bevolkingsgroei, klimaatverandering, gezondheidsproblemen, veranderende eetgewoontes en technologische vooruitgang, boert de boer in 2050 heel anders dan nu. Duurzamer, gezonder, diervriendelijker, zo is de gedachte. Maar hoe? Daarover verschillen de meningen nogal. In een serie interviews zet De Kortste Weg de visie neer van iemand die aan die toekomst werkt, of erover nadenkt. Deze keer: emeritus hoogleraar levensmiddelentechnologie Tiny van Boekel (WUR).

Wouter van Wijk

“Hoe de toekomst van de boer eruit ziet, is natuurlijk een vraag die je moeilijk even kunt beantwoorden. Wel zijn er volgens mij een paar trends die zeker gaan doorzetten. Zo zal het zal geen nieuws meer zijn dat mensen steeds meer plantaardig en minder dierlijk voedsel gaan eten. In tegenstelling tot Jaap Korteweg geloof ik dat er wel degelijk ook een plek is voor dierlijke producten. De schaal waarop wordt wel heel anders.

Tiny van Boekel

Er zijn twee krachten die op elkaar inwerken: enerzijds veroorzaakt de landbouw overduidelijk milieuproblemen, hoe je het ook bekijkt. Aan de andere kant moeten mensen gevoed worden en groeit de bevolking nog steeds. Om dat aan te kunnen, moeten we veel meer op plantaardige basis gaan werken.

Ik doe al dik twintig jaar onderzoek aan plantaardige alternatieven. Er is heel veel verbeterd in die tijd. Maar het moet verder gaan. Ik verwacht dat het sentiment ‘ik wil vlees’ wel zal verdwijnen. Ook omdat vlees op termijn veel duurder wordt, dat is onvermijdelijk door de milieuproblemen en de grondstofkosten. Tegelijk worden de plantaardige alternatieven veel goedkoper, door marketing en schaalgrootte.

Kweekvlees en -zuivel spelen daarbij ook een grote rol, omdat er uiteindelijk ook plantaardige grondstoffen voor gebruikt worden. Kweekvlees komt eraan, maar heeft nog tijd nodig. Het is de vraag in hoeverre het economisch en milieutechnisch echt kan, maar het komt er uiteindelijk wel, denk ik. Kunstzuivel is technisch een stuk gemakkelijker. Het zal nog een jaar of tien duren, maar dan is het er wel.

Dat zet de boel voor boeren wel op de kop. Het is daarbij eigenlijk een probleem dat Nederlandse landbouw zo geavanceerd is. Om dat te bereiken moeten we namelijk heel veel grondstoffen importeren. Dat is onwenselijk, want de reststoffen blijven in Nederland. En daarmee ook de problemen.

Je moet echt toe naar circulaire landbouw. Dat kan ook zeker, alleen moeten we onze levensstijl aanpassen. Technisch is het zeker mogelijk, maar het vereist gedragsverandering en politieke wil. Nu moet alles zo efficiënt en goedkoop mogelijk. Alles moet altijd beschikbaar zijn. Dat kan misschien niet meer. De westerse wereld moet dan privileges opgeven. Dan moet je kijken naar het vlees eten, de verdeling van de welvaart. Dat wordt niet gemakkelijk, daar heb je een hele lange adem voor nodig. Of een crisis. Daarbij gaan dingen schuiven. Dat zie je nu met gas. Dat zal ook met voedsel gebeuren. De mensheid heeft soms een crisis nodig voor sociale veranderingen. Dan ontstaat de politieke wil wel.

We hebben een liberale regering die het aan de markt overlaat. Daardoor ligt Nederland gewoon achter in hoogtechnologische investeringen. Dat geldt voor meer terreinen, maar zeker ook voor de landbouw en voedsel. Het ministerie heeft wel wat geld beschikbaar, maar is het genoeg? Dat denk ik niet.

De overheid zou veel meer kunnen doen, niet alleen voor kweekvlees en -zuivel, maar ook voor plantaardige alternatieven. De overheid laat de oren nu hangen naar boerenprotesten, dus ik verwacht weinig extra investeringen in plantaardige vlees- en zuivelvervangers. Tegelijkertijd moet je het niet alleen op de overheid schuiven. Het is ook een maatschappelijk probleem. Mensen zijn niet bereid om de vleesconsumptie te halveren, terwijl dat echt nodig is.

Dat er geen toekomst voor de boer zou zijn, vind ik onzin. Er is een toekomst, die is alleen anders. Honderd jaar geleden was alles ook circulair. Alles wat we niet aten ging naar de kippen en de varkens. Daar moet je eigenlijk naar terug. Maar op een hele andere schaal en met moderne technieken.

Zo tekent de richting zich voor boeren wel af: meer plantaardig, circulair. En kijken of je er bedrijfseconomisch mee rond komt. Daar is wel veel meer steun vanuit de banken en de overheid voor nodig. Nu is die vooral gericht op oude werkwijzen. Het kost de boeren wel veel investeringen en winstmarge. Daarvoor moeten ze gecompenseerd worden.

De landbouw zou zich minder op kwantiteit en meer op kwaliteit moeten richten. Ik zou graag zien vanuit de grote boerenbeweging mensen gaan roepen ‘het kan anders!’ Dat gebeurt nu wel, maar te weinig.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Het nieuwe jaar is begonnen en de goede voornemens vliegen ons alweer om de oren. Gezond en puur eten staat bij veel mensen op de agenda. Daarvoor hoef je niet gelijk allerlei moderne diëten te volgen. Ga gewoon terug naar vroeger!

Marja van der Ende

Toen ik voor mijn vorige column Roel van Buuren van boerderij Landlust over voedselprijzen sprak, kwam er meer ter sprake. Roel vertelde enthousiast over de ontwikkelingen die hij onder de consumenten van zijn producten ziet. Het lijkt er al een tijdje op, dat we steeds meer terug naar vroeger gaan. Daarom een rijtje van nieuwe trends die eigenlijk heel erg lijken op hoe men vroeger met eten omging.

Fietsen voor je lokale eten

Zo maakt fietsen voor je eten bij lokale voedselproducenten natuurlijk al die jager-verzamelaar in je wakker. Zie het fietsen maar als jagen, en verzamelen kun je volop, zeker als je een lekker lange fietstocht maakt. Speurend langs de boerenwegen en tuinderslaantjes, alle zintuigen op scherp, om rood-wit geblokte kleedjes op de kraampjes en uithangborden en vlaggen bij boeren en tuinders op te merken.

Het is een heerlijke sport om zo je eten bij elkaar te sprokkelen. Vroeger leefde de mens niet anders. Bij de buur die boer was eten kopen of ruilen tegen iets dat je zelf gekweekt, geschoten of gevangen had.

Rauwe melk tap je zo!

Rauwe melk tappen    

Misschien herinner je je nog of werd door je ouders of grootouders verteld, dat de melk vroeger in grote melkbussen door de melkboer gebracht werd. Deze melk was nog onbewerkt en werd zo van het land naar de klant gebracht.

Steeds meer mensen beseffen de waarde van rauwe melk. Hoewel de boer nog steeds moet adviseren de rauwe melk te koken voor consumptie, blijkt uit onderzoeken dat rauwe niet-verhitte melk astma en allergie kan voorkomen. Verhitting kan juist een allergische reactie uitlokken.

De meningen zijn er nog over verdeeld en meer onderzoek is nodig. Verschillende officiële instanties zoals het Voedingscentrum brengen rauwe melk in verband met schadelijke bacteriën, terwijl de genoemde onderzoekers en bijvoorbeeld kaasmakers juist de in rauwe melk aanwezige probiotica roemen die goed zijn voor je darmflora. Voor mensen met lactose-intolerantie is er zelfs een speciale melk uit koeien die het A2-gen hebben, waardoor ze wel koemelk kunnen drinken.

Zelf heb ik onderweg al menig fles rauwe melk getapt en zowel rauw als gekookt gedronken, zonder enig nadelig effect. Wel even rekening houden met de kortere bewaartijd van 3-5 dagen.

Grasgevoerde producten     

Een andere trend die Roel noemde, was de toenemende behoefte van de consument aan producten zoals vlees en boter, van koeien die uitsluitend gras gevoerd krijgen. Uit diverse studies te vinden in dit artikel, blijkt dat de vetzuurverhouding van vlees van grasgevoerde runderen ten opzichte van graangevoerde runderen gunstiger is voor de mens, hetgeen een minder nadelig tot neutraal effect op cholesterolwaarden in het bloed heeft.

Jersey koeien op boerderij Landlust

Ook ontdekten onderzoekers dat het vlees van met gras gevoerde runderen hogere concentraties bètacaroteen bevat. Bètacaroteen is een stof die het menselijk lichaam kan omzetten in vitamine A, belangrijk voor bijvoorbeeld het gezichtsvermogen en botten.

Bottenbouillon

Over botten gesproken: “We eten tegenwoordig bijna alleen nog de mooiste stukken vlees, maar er zit nog zoveel meer aan wat gebruikt kan worden”, zei Roel. Hij noemde daarbij orgaanvlees maar ook de botten zijn erg geschikt om bijvoorbeeld bottenbouillon van te maken.

Bottenbouillon bevat veel vitaminen, mineralen, vetzuren en aminozuren die ons lichaam goed kan gebruiken, bijvoorbeeld voor het herstel van huid en weefsel of de darmwand bij een lekkende darm. Ook reinigt het de lever, bevordert het de nachtrust en kan het allergieën verminderen door de kalmerende werking op het immuunsysteem.

Hup, in de slowcooker!

Met de toenemende behoefte aan rust in en om ons heen, neemt ook de behoefte aan het zelf bereiden van vers voedsel toe. En met de nieuwste snufjes zoals een slowcooker heb je geen omkijken naar je bouillon in de vele uren dat deze staat te pruttelen.

Fermentatie

Het vooruitzicht dat voedsel schaarser wordt, door allerlei oorzaken zoals klimaatverandering, uitkopen van boeren en de toenemende kosten voor voedselproductie, zorgt ervoor dat we spaarzamer met het beschikbare voedsel omgaan.

Groenten fermenteren is een manier om voedselverspilling tegen te gaan en groenten langer houdbaar te maken. We kennen natuurlijk zuurkool, dat zijn naam vooral dankt aan het zuur waarin de witte kool gelegd wordt. Ook andere groenten kunnen gefermenteerd worden.

Bij Boeregoed organiseren ze daar ook workshops over, gegeven door Hester van der Leeden van Voeding zonder fratsen. Dus haal die weckpotten van je moeder of oma maar weer uit de kast!

Trend of gewoon weer terug naar vroeger?

Volgens Roel van Buuren gaan we “terug naar de ideeën van vroeger, met de technieken van nu”. Toevallig sprak ik met mijn moeder deze week nog over ‘hoe het vroeger ging’. Mijn oma had een koude kelder waar ze eten in bewaarde, een koelkast was er nog niet. Men was dus gedwongen om zo vers mogelijk en van het seizoen te eten en groenten in te maken om er langer van te kunnen eten. Het varken dat op de tuinderij rondliep en de schillen te eten kreeg, werd geslacht door de plaatselijke slager en in zijn vriezer speciaal voor de familie bewaard.

Zou het kunnen dat we, mede vanwege de huidige energieprijzen, ook op die manier weer terug naar vroeger gaan en onze eigen koelkast en vriezer uitschakelen?

Hoe de toekomst eruit komt te zien, is lastig te zeggen. Ik duim in ieder geval voor behoud van de boeren en tuinders in de buurt, zodat deze nieuwe oude trends ons terug naar vroeger doen gaan, met een vleugje moderne hulpmiddelen. Dat dan weer wel. Een gezond en voedzaam nieuw jaar gewenst!

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!

Dat er de komende decennia veel gaat veranderen op het boerenbedrijf, lijkt inmiddels een open deur. Door stikstofproblemen, bevolkingsgroei, klimaatverandering, gezondheidsproblemen, veranderende eetgewoontes en technologische vooruitgang, boert de boer in 2050 heel anders dan nu. Duurzamer, gezonder, diervriendelijker, zo is de gedachte. Maar hoe? Daarover verschillen de meningen nogal. In een serie interviews zet De Kortste Weg de visie neer van iemand die aan die toekomst werkt, of erover nadenkt. We trappen af met Jaap Korteweg, oprichter van De Vegetarische Slager.

Wouter van Wijk

Vijftien jaar geleden zag bio-boer Jaap Korteweg een toekomst die de meeste mensen nog niet zagen: mensen gaan minder vlees eten. Wat grote voedselbedrijven met allerlei marktonderzoeken niet uit konden vinden, kwam gewoon uit zijn de buik. Hij was al tien jaar vegetariër, maar de vleesvervangers waren niet lekker. Daarom richtte hij in 2007 de Vegetarische Slager op, en hielp Nederland aan vegetarisch vlees.

Als hij nu weer zijn buik laat spreken, windt hij er geen doekjes om: “Ik denk en hoop dat het gebruik van dieren in de landbouw helemaal stopt. Dat we er anders naar gaan kijken. Nu worden de ethische afwegingen nog weggedrukt. Als je als hondenliefhebber je labrador behandelt zoals we varkens behandelen, staat de politie op de stoep. Met koeien en kippen doen we hetzelfde, en iedereen kijkt weg.” Juist vanwege die misstanden werd Korteweg -tot dan toe fervent vleeseter- in 1998 vegetariër. “We slachten die dieren als het nog kinderen zijn. Dat is gewoon zo. Ook voor biologische vlees.” Maar dat is een kwestie van tijd, denkt hij: “Op het moment dat de alternatieven beter worden, en vleesvervangers worden nog steeds beter, komt er ruimte voor die discussie. Misschien wordt vee houden uiteindelijk wel verboden.”

In het verlengde van dat idee, verwacht hij dat vlees en zuivel van dieren uiteindelijk vrijwel verdwijnt. “Plantaardig heeft de toekomst. Dat gaan we eten. Vlees en zuivel van dierlijke oorsprong niet.”

Vleesvervangers en zuivel kunnen namelijk nog een stuk beter worden. Dit door dierlijke eiwitten niet via dieren te maken, maar door ze direct te fermenteren of kweken. Het geld dat Korteweg met de verkoop van zijn bedrijf aan Unilever verdiende, stopte hij daarom deels in Those Vegan Cowboys, dat zich richt op veganistische zuivel, te ‘brouwen’ in een ‘roestvrijstalen koe’. “Veel bedrijven proberen kweekzuivel te maken door dierlijke cellen op te kweken. Maar dat is helemaal niet nodig. Wij willen de eiwitten met micro-organismen maken, met bacteriën en schimmels, in plaats van met macro-organismen, de melkkoe. We denken dat dat proces eenvoudiger is dan kweekmelk, en dus haalbaarder.”

Dat heeft enorme gevolgen voor boeren, klein en groot. Vooral voor veeboeren. Hij ziet de grote stallen met honderden of duizenden dieren simpelweg verdwijnen. Maar de boer verdwijnt niet: “Niet iedere boer hoeft een uitvinder te zijn. Het is ook een kans als we straks melk kunnen brouwen in een roestvrijstalen koe, dan lever je als boer toch gewoon het gras of de bonen die daarvoor nodig zijn?” Je moet ook kijken naar wat kan: “Sojateelt was in Nederland altijd lastig. Dat lijkt te veranderen. Maar je kunt ook veldbonen kweken. Dat lijkt goed te gaan. Ook lupine en hennep zijn veelbelovend. Kijk wat bij je past.”

Als boer moet je echt nadenken over je toekomst, zegt hij: “Vleesvervangers zijn nu nog even duur als vlees. Dat gaat veranderen, want je hebt veel minder ingrediënten nodig. Minder dan de helft ten opzicht van dierlijk vlees. Het kantelpunt is nu bereikt, vleesvervangers worden goedkoper dan vlees.” Het gaat hard, ziet hij: “Kijk maar naar mayonaise. Daar werd altijd ei in gebruikt. Vier jaar geleden had je geen keus, nu heb je opeens vijf merken met veganistische mayo.”

“Bij de elektrische auto zie je hoe snel het kan gaan. Eerst werd er lacherig over gedaan. Tien jaar geleden was Tesla praktisch afgeschreven, nu is het een van de waardevolste bedrijven.”

Hoe dat voor boeren uitpakt, is natuurlijk de vraag. Al kun je je wel wapenen: “Als boer alleen ben je beperkt. Houd dus je ogen open om je aan te sluiten bij anderen. Je kunt corporaties aansporen om te investeren in dit soort dingen. Het is gevaarlijk om het niet te doen.”

Boeren moeten ook oppassen om niet te veel bij de pakken neer te zitten: “Verandering is van alle tijden in de landbouw. Het is al generaties aan de gang. Twee op de drie boerenbedrijven hebben geen opvolger, daar is weinig aan veranderd. Mijn opa was trekpaardenfokker en vlasteler. Beide beroepen zijn helemaal verdwenen. Als de bio-industrie verdwijnt, moet je als boer veranderen.”

De rol van de overheid is ook op oude sentimenten gebaseerd, vindt Korteweg. Er zijn volop subsidies voor vlees en zuivel, maar amper voor plantaardige alternatieven: “Vanuit de overheid zou het verstandig zijn om deze alternatieven wel te stimuleren. Anders doen andere landen het wel. Het gaat heel hard in bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Israël. In Nederland zit ook veel kennis, maar als je niet oppast, loop je straks achter. Dat zag je ook met de eerste gekweekte hamburger. Die is hier gemaakt, maar in de VS zijn ze er nu veel verder mee. Zonde.” Dat niet alleen: “Ook moet de overheid slimmer zijn. Kijken naar de lange termijn. Maak bijvoorbeeld een lesprogramma op scholen over de voordelen van plantaardig voedsel. Dan kan het snel gaan. Kinderen beïnvloeden hun ouders en de jeugd heeft de toekomst.”

Ook enthousiast over de korte keten? Bekijk dan hier bij welke aanbieders je in jouw regio terecht kunt en bestel direct een proefpakket om de smaak van de korte keten zelf te ervaren!